19. MONTAGE EN VERBINDINGEN
Sluit voor het uitvoeren van eventuele aansluitwerkzaamheden de stroomtoevoer naar de
elektronische regelaar af met behulp van de stroomonderbreker of de beveiligingszekering in het
stroomcircuit!
Aansluitingen moeten door een professionele en gekwalificeerde installateur uitgevoerd worden.
19.1. PLAATSING
De radiator mag na de installatie noch de vloer, noch de muur raken.
19.2. MONTAGE VAN DE CONTROLLER OP DE HANDDOEKRAILS
01
Het verbindingsstuk aan het verwarmingselement monteren.
Bevestig het (bijgeleverde) verbindingsstuk aan het verwarmings-
element om ervoor te zorgen dat deze goed in de elektronische
regelaar past .
03
Sluit de regelaar aan op de onderkant van het verwarmingsele-
ment.
20
– Installeer de radiator met de temperatuurregelaar aan de onderkant.
– Installeer de radiator niet onder of voor een stopcontact of aansluitdoos.
Elektrisch aansluiting (zie ook 19.3)
– aangegoten stekker: via stopcontact geplaatst in zone B.
– aansluitkabel: aansluitbaar via een aansluitdoos in zone A.
Geleverde o-ring
monteren
– Blauwe draad: neutraal
– Bruine draad: 230VAC
– Zwarte draad: communicatiedraad – isoleer
deze wanneer hij niet wordt gebruikt. Maak
geen verbinding met de aarding (GND)!
02
Sluit de regelaar elektronisch aan op het verwarmingselement.
04
C
Houd de elektronsiche regelaar (B) op de basis gedrukt door een
opwaartse kracht uit te oefenen ( en er zo voor te zorgen dat de
O-ring wordt samengedrukt.(C)) wanneer u de de kegelschroef
met een inbussleutel in de achterkant van het product draait (A).
Aanhaalmoment vereist: 0,5N.m
A
B