Smering; In- / Uitschakelen; Storingen - Heiniger 12V-S Mode D'emploi

BA Schaf S12 holl:BA Schaf S12 holl 31.12.2009 8:40 Uhr Seite 8
Tijdens het scheren:
Het scheersysteem werkt met een veel geringere persdruk dan dat van traditionele schapen-
scheermachines. Er moet dus op worden gelet dat de scheerspanning niet te hoog wordt
ingesteld. De scheerspanning gedurende het scheren van tijd tot tijd licht bijstellen
(max. 1/4 draai).
Als u met onvoldoende aangehaalde scheerdruk-verstelkop begint te scheren, kunnen zich
haren tussen de scheermessen ophopen. Dit oefent een nadelige invloed uit op het scheren
of maakt het eventueel onmogelijk. Als dit het geval is, moeten de scheermessen gedemon-
teerd, gereinigd, geolied en zoals onder 4.2 beschreven opnieuw gemonteerd worden.

3.3 Smering

Voor en na het scheren
Voor een goed scheerresultaat en ter verlenging van de levensduur van de machine en
scheermessen is een dun olielaagje op het bovenmes en de kamplaat (afb. 4, pos. 1 + 3)
absoluut noodzakelijk. Ook alle andere beweeglijke onderdelen in de scheerkop moeten
goed worden geolied. Druppel olie op de scheermessen en in de daarvoor bestemde smeer-
Afb. 4+8
gaten op de scheerkop (afb. 4, pos. 2).
Gebruik uitsluitend onze speciale olie of een paraffineolie overeenkomstig de specificatie
ISO VG 15. Deze olie is gifklassevrij en veroorzaakt geen irritaties op de huid of op de
slijmvliezen. Deze paraffineolie is na 21 dagen voor 20% afgebroken (CEC-L-33-T-82).
De meeste storingen met niet tevredenstellende scheerresultaten zijn het gevolg van ontbre-
kende smering. Onvoldoende oliën van de scheermessen veroorzaakt verwarming en een
kortere levensduur van de messen.
De scheermessen en de scheerkop moeten gedurende het scheren voldoende worden
geolied (minstens om de 15 minuten) om te verhinderen dat ze drooglopen.

3.4 In- / uitschakelen

De schuifschakelaar kan in twee standen staan (op afb. 2 is de stand 0 weergegeven).
Stand I: machine ingeschakeld
Stand 0: machine uitgeschakeld
Afb. 2
Gebruik voor het in- en uitschakelen van de machine altijd de schuifschakelaar (afb. 2).
Controleer vóór het insteken van het snoer de stand van de schakelaar.

3.5 Storingen

Voor het verhelpen van storingen zie storingslijst in hoofdstuk 5 «Reparatie».
8 Bedieningshandleiding S12