10. Persoonlijke gegevens opslaan
De weegschaal interpreteert de waarden voor uw vetpercentage, vochtpercentage
en spiermassa op basis van uw persoonlijke gegevens. Daarom moet u eerst enkele
persoonlijke gegevens invoeren voordat u uw vetpercentage, vochtpercentage en
spiermassa kunt meten en uw BMI (Body Mass Index) kunt berekenen. Hiervoor zijn
twaalf geheugenplaatsen beschikbaar.
De persoonlijke gegevens zijn: geslacht, lichaamsbouw, leeftijd en lengte. Wanneer
u niet binnen circa 20 seconden gegevens invoert, wordt de weegschaal uitgescha-
keld.
Voer uw persoonlijke gegevens als volgt in:
Druk op
.
Wacht totdat op het display 0.0 wordt weergegeven en druk vervolgens op
SET. Op het display knippert geheugenplaats 1.
Selecteer nu met de toets of een geheugenplaats en bevestig de invoer
met de toets SET.
Selecteer met de toets of uw geslacht en lichaamsbouw. In de atletenmo-
dus wordt behalve het symbool voor het geslacht ook het atletensymbool weer-
gegeven. Bevestig met SET.
Stel met de toets of uw leeftijd in en bevestig met SET.
Stel met de toets of uw lichaamslengte in cm in en bevestig met SET.
De gewichtseenheid knippert. Stel met de toets of kg (kilo), lb (pond) of St
(stone) in en bevestig met SET.
Op het display worden nu de ingevoerde gegevens weergegeven terwijl de cij-
fers voor de gewichtsinformatie op nul staan. U kunt nu een meting doen (zie page
19).
11. Instructies voor een juiste meting
Voor de meting van uw vetpercentage, vochtpercentage en spiermassa moet u op
blote voeten op de metalen vlakken van de weegschaal gaan staan. Hieronder be-
vinden zich de elektroden. Uw voeten moeten droog zijn en er mag geen crème op
zitten.
Ga met gestrekte benen en zonder de knieën te buigen op de weegschaal staan en
let erop dat de knieën elkaar niet raken.
20 - Nederlands