nl Functies
3.2 Energie besparen
Als u deze aanwijzingen opvolgt, verbruikt uw apparaat
minder stroom.
Pas de ventilatiestand aan de intensiteit van de kook-
damp aan.
¡ Een lagere ventilatiestand betekent minder energie-
verbruik.
Gebruik de intensiefstand alleen wanneer dit nodig
is.
Kies bij intensieve kookdampen op tijd een hogere
ventilatiestand.
¡ De geuren verdelen zich minder in de ruimte.
4 Functies
4.1 Gebruik met circulatielucht
De aangezogen lucht wordt door de vetfilters en een
geurfilter gereinigd en weer teruggeleid in de ruimte.
Om geurtjes te voorkomen bij het ge-
bruik van circulatielucht, dient u een
geurfilter te monteren. De verschillende
manieren om het apparaat met circula-
tielucht te gebruiken, vindt u in onze ca-
talogus of kunt u navragen bij uw speci-
aalzaak. Het daartoe benodigde toebe-
horen is verkrijgbaar bij de speciaal-
zaak, de klantenservice of in de online-
shop.
46
Schakel de verlichting uit wanneer deze niet langer
nodig is.
¡ Als de verlichting is uitgeschakeld, verbruikt deze
geen energie.
De filter met de opgegeven intervallen reinigen of ver-
vangen.
¡ De effectiviteit van het filter blijft behouden.
Het kookdeksel erop plaatsen.
¡ De kookdampen en de condens verminderen.
Gebruik de extra functies alleen indien nodig.
¡ Het uitschakelen van de extra functies reduceert
het stroomverbruik.