8. Als u traint met een hartslagmeting (met een borstriem
of hartslagmeter in de handgrepen), kunt u een
maximale hartslaggrens instellen. Wanneer deze grens
wordt overschreven tijdens het trainen, zal de meter een
alarmsignaal afgeven.
9. Als u verschillende streefdoelen heeft die aftellen, dan
klinkt voor elk streefdoel dat de nulwaarde bereikt een
signaal. Nadat de nulwaarde is bereikt, telt elke waarde
weer op.
10. NB: de herstelindex staat in verhouding tot de
hartslagfrequentie, zowel aan het begin als aan het
einde van de meting.
11. BODY FAT is een persoonlijke meting. Het resultaat is
gebaseerd op de gemiddelde waarden zoals die gelden
voor de Europese bevolkingsgroep.
B.M.I. (Body Mass Index) tabel:
LAAG < 20
LAAG / GEMIDDELD 20 – 24
GEMIDDELD 24 - 26,5
GEMIDDELD / HOOG > 26,5
Formule voor BMI = gewicht (kg) / lengte^2 (m)
LICHAAMSVET % (gemiddelde Europese bevolking)
tabel:
Man:
LAAG < 13
LAAG / GEMIDDELD 13 – 26
GEMIDDELD 26 – 30
GEMIDDELD / HOOG > 30
Vrouw:
LAAG < 23
LAAG / GEMIDDELD 23 – 36
GEMIDDELD 36 – 40
GEMIDDELD / HOOG > 40
ONDERHOUD
De Tunturi apparaten hebben weinig onderhoud nodig.
Het is raadzaam om zo nu en dan te controleren of alle
bouten en moeren nog goed vast zitten. U kunt het
apparaat schoonhouden door het af te nemen met een
vochtige doek. Gebruik echter geen oplosmiddelen.
Verwijder de kunststof behuizing van het apparaat
nooit! De elektromagnetische weerstand genereert
een magnetisch veld dat bijvoorbeeld horloges
of de magneetstrip op bank- en creditcards kan
beschadigen als deze in direct contact komen met de
magneten. Probeer daarom nooit het gedeelte met
de elektromagnetische weerstand te openen of te
demonteren! Het elektromagnetische weerstand
systeem is gebaseerd op het opwekken van
elektromagnetische kracht. Het weerstand niveau en de
veranderingen daarvan worden elektronisch gemeten
en weergegeven, op het beeldscherm, in Watts. Hierdoor
hoeft uw Tunturi fi etscrosstrainer niet opnieuw gekalibreerd
te worden wanneer deze gemonteerd, onderhouden
of gebruikt wordt, geheel volgens de instructies in deze
handleiding.
GEBRUIKSSTORINGEN
BELANGRIJK! Ondanks voortdurende kwaliteitscontroles,
kunnen er defecten of storingen optreden die het gevolg
zijn van het niet goed functioneren van onderdelen die in
de looptrainer zijn gebruikt. In de meeste gevallen is het
onnodig om het gehele apparaat ter reparatie aan te
bieden, aangezien de storing meestal kan worden opgelost
door het vervangen van het defecte onderdeel. Mochten er
storingen optreden bij het gebruik van de trainer, neem dan
onmiddellijk contact op met uw Tunturi dealer. Vermeldt
daarbij altijd het model en het serienummer van uw Tunturi
trainer, de eventuele storingscode en door wie de trainer is
geïnstalleerd.
Indien u merkt dat er iets niet in orde is met de looptrainer,
schakelt u direct de looptrainer uit door de aan- en uitknop
in te drukken. Wacht vervolgens één minuut en schakel de
looptrainer weer aan. Op deze manier moeten incidentele
fouten hersteld zijn en kan de looptrainer opnieuw worden
gebruikt. Indien de looptrainer na het aan- en uitschakelen
door de aan- en uitknop nog steeds niet goed functioneert,
neem dan contact op met uw Tunturi dealer voor
onderhoud.
Vermeldt bij het bestellen van onderdelen het model, het
serienummer van het apparaat en het nummer van het
onderdeel. Op de laatste pagina's van deze gids vindt u de
onderdelenlijst.
VERPLAATSEN
De C20 is uitgerust met transportwielen. Verplaats de C20
op de hieronder beschreven wijze om gevaarlijke situaties
te vermijden.
Schakel bij het verplaatsen van het apparaat altijd eerst
de elektriciteit uit en neem de stekker uit het stopcontact!
Voor het verplaatsen van het apparaat zijn twee
volwassenen nodig, die zich aan beide zijden aan de
voorkant van het apparaat opstellen en de handgrepen
stevig vastpakken. U moet dan de voorkant van het
apparaat zo optillen dat de achterkant steunt op de
transportwielen.
Verplaats het apparaat met behulp van de
transportwielen en laat het daarna voorzichtig zakken.
BELANGRIJK!! Extra voorzichtigheid is geboden bij het
verplaatsen van de trainer over een oneffen vloer of over
een drempel. Ook mag de trainer beslist nooit op de
wielen over een trap gereden worden, in dit geval moet
de trainer worden opgetild. Pas op dat de vloer niet
beschadigt wanneer u het toestel verplaatst. Bescherm
tere vloermaterialen zoals parketvloeren enz.
Plaats de trainer in een droge, stofvrije ruimte met
minimale temperatuurverschillen om storingen te
voorkomen.
19
19
C20 - GEBRUIKSAANWIJZING
NEDERLANDS