– De versheid, de temperatuur en
de samenstelling van de gebruikte
ingrediënten beïnvloeden de benodigde
tijd en het resultaat.
– De SensorControl Plus -automaat kan
alleen optimale resultaten bereiken
wanneer de eieren vers zijn resp. de
room gekoeld is (ca. 6 °C).
– Voordien bevroren room kan niet
geklopt worden.
– Gebruik van room met additieven of
lactosevrije room kan niet tot ideale
resultaten leiden.
– Suiker, aroma's en andere ingrediënten
voor room of geklopt eiwit pas na
beëindiging van SensorControl Plus
toevoegen.
– Om de SensorControl Plus af te
breken, de draaiknop op y zetten.
Hiervoor moet een geringe weerstand
overwonnen worden.
– Als het resultaat niet met de eigen
wensen overeenkomt, de draaiknop
op stand 7 (voor room en geklopt
eiwit) of stand 3 (voor gistdeeg) zetten
en de ingrediënten tot de gewenste
consistentie verwerken.
– SensorControl Plus geen tweede keer
met reeds verwerkte ingrediënten starten.
Een voorbeeld: eiwit met
SensorControl Plus kloppen
X Afbeeldingenreeks J
1. Het basisapparaat voorbereiden en de
professionele garde inzetten.
2. Ontgrendelknop indrukken en de
draaiarm omlaag drukken tot hij
vastklikt.
3. Stekker in wandcontactdoos doen.
Op het display verschijnt "OptiMUM".
4. Eieren scheiden (2-12 stuks).
5. Toets D indrukken. Op het display
verschijnt "ROOM".
6. Toets + indrukken. Op het display
verschijnt "EIWIT".
7. Het eiwit in de kom doen. Op het display
verschijnt "ZET KNOP OP M/A"
8. Draaiknop op ü zetten en kort
ingedrukt houden.
Gebruik van de weegschaal
9. Op het display verschijnt "SENSOR
CONTROL Plus". SensorControl Plus
bewaakt de verwerking.
10. Als de voorgeprogrammeerde con-
sistentie bereikt werd, weerklinkt een
signaal en de verwerking wordt beëin-
digd. Op het display verschijnt "EINDE".
11. De draaiknop springt automatisch op y.
Op het display verschijnt "OptiMUM".
12. Stekker uit het stopcontact nemen.
13. De verwerking met de functie "EIWIT" is
beëindigd.
Alle onderdelen bij voorkeur direct
na gebruik reinigen. X "Reiniging en
verzorging" zie pagina 91
Gebruik van de weegschaal
Het apparaat (afhankelijk van het model) is
met een weegschaal uitgerust. Volgende
toepassingen zijn mogelijk:
– Wegen van toegevoegde ingrediënten
(ofwel elk ingrediënt afzonderlijk of de
som van alle ingrediënten).
– Vooraf instellen van een gewenst
gewicht en aftellen tot er voldoende
toegevoegd werd (met akoestische
aanwijssignalen).
Aanwijzingen:
– De toets A indrukken om de
weegfunctie opnieuw te verlaten. Op het
display verschijnt "OptiMUM".
– Het toestel heeft 4 gewichtssensoren in
de standvoeten. De weegschaal levert
alleen correcte resultaten als ze met alle
voeten op een vast en effen werkvlak
staat. Geen doeken of dergelijke
eronder leggen.
– Na het inschakelen of terugzetten van
de weegschaal wordt deze gedurende
een kort moment gekalibreerd (tarra).
Het apparaat hierbij niet aanraken en
geen voorwerpen erop leggen (bijv.
kooklepel, vaatdoek, etc.).
– Erop letten dat maatbekers of
verpakkingen niet op het apparaat (bijv.
aan de rand van de vulschacht) liggen.
nl
89