2.3
Veiligheidsaanwijzingen
voor de bediening van het apparaat
ATTENTIE
Onjuist gebruik van het apparaat kan
materiële schade veroorzaken! Respec-
teer daarom de volgende veiligheids-
aanwijzingen:
Het apparaat niet in water onder-
dompelen of met water besproeien
of reinigen. Het apparaat moet tegen
elke vorm van vocht worden
beschermd.
Gebruik de hogedrukreiniger nooit
zonder het filter, met een vuil filter of
met een beschadigd filter.
Laat het apparaat niet langer dan
1 min. drooglopen.
Gebruik het apparaat NOOIT bij
temperaturen onder 0° C.
Respecteer de volgende veiligheids-
voorzorgsmaatregelen om verwon-
dingen en materiële schade door mis-
bruik of onvakkundige omgang met
het product te vermijden. Misbruik
kan VERWONDINGEN veroorzaken.
WAARSCHUWING
VERWONDINGSGEVAAR BIJ BEDIE-
NING!
Gebruik het apparaat uitsluitend
overeenkomstig het correcte gebruik!
Gebruik het apparaat niet met natte
handen.
Controleer het apparaat en toebeho-
ren, zoals hogedrukslang, hogedruk-
pistool en veiligheidsinrichtingen,
voor elk gebruik op correcte toestand
en bedrijfsveiligheid. Gebruik het
apparaat niet als het beschadigd is.
Vervang beschadigde componenten
onmiddellijk. Gebruik alleen door de
fabrikant aanbevolen hogedrukslan-
gen, uitrustingen en koppelingen.
Richt de hogedrukstraal niet op per-
sonen, dieren, actieve elektrische uit-
rusting of op het apparaat zelf.
Richt de hogedrukstraal niet op uzelf,
bijv. om kleding of schoenen te reinigen.
Gebruik het apparaat niet wanneer
zich personen zonder geschikte
beschermende kleding in de buurt
bevinden.
Reinig
geen
gezondheidsgevaarlijke
bevatten.
Reinig voertuigbanden en ventielen
met een minimumafstand van 30 cm
ter voorkoming van beschadigingen
door de hogedrukstraal. Een eerste
teken van een beschadiging is een
verkleuring
Beschadigde voertuigbanden en
ventielen zijn levensgevaarlijk.
Gebruik nooit de puntstraal voor de
reiniging van motorvoertuigen.
Tijdens
het
hogedrukreinigers kunnen aerosolen
ontstaan. Het inademen van aerosolen
kan schadelijk zijn voor de gezondheid.
Draag afhankelijk van de omgeving die
u wilt reinigen, een geschikt stofmasker
van de klasse FFP 2 of vergelijkbaar om
uzelf te beschermen tegen het
inademen van aerosolen wanneer er
geen volledig afgeschermde sproeier
kan worden gebruikt.
Zuig
nooit
oplosmiddelhoudende vloeistoffen
of onverdunde zuren op. Hiertoe
behoren bijv. bezine, verfverdunner
of stookolie. De spuitnevel is zeer
licht ontvlambaar, explosief en
giftig.
Zet de veiligheidsinrichtingen nooit
buiten gebruik.
Controleer eerst het te reinigen opper-
vlak om beschadiging van het appa-
raat of letsel van levende wezens of
beschadiging van voorwerpen te voor-
komen. Hierbij moeten stenen, stuk-
ken hout, draden en vergelijkbare
andere vreemde bestanddelen wor-
den verwijderd. Door de waterstraal
gegrepen voorwerpen kunnen op
ongecontroleerde wijze worden weg-
geslingerd. Houd derden buiten de
gevaarzone. Let op de veiligheid van
de werkplaats om letsel te voorkomen.
Start of activeer het apparaat niet
wanneer er zich derden binnen de
gevarenzone bevinden.
49
voorwerpen
die
stoffen
van
de
band.
gebruik
van
oplosmiddelen,