Télécharger Imprimer la page

Vetus Bullflex 1 Instructions D'installation page 2

Masquer les pouces Voir aussi pour Bullflex 1:

Publicité

Flexibele schroefaskoppeling Bullflex
N.B. De nummers verwijzen naar de tekeningnummers op
blz. 3.
Opstelling
1
In verband met de axiale beweging van de schroefas moet
er tussen het buitenlager en de naaf van de scheeps-
schroef een minimale vrije ruimte zijn.
Stuwkracht
2
N.B. Bij vooruit varen moet het rubberdeel worden inge-
drukt.
3
Toepassing van de Bullflex in combinatie met een V-drive
keerkoppeling is niet toegestaan!
Afwijkende (grotere) schroefasdiameter
4
Verklein de schroefasdiameter over de lengte van de klem-
bus (afmeting 'A') naar afmeting 'd' van de koppeling, zie
Hoofdafmetingen. Radius 'r' minimaal 2 mm.
Uitlijnfout
5
De maximaal toelaatbare uitlijnfout van de schroefas is 2˚.
Centreer-ring
Een scheepsmotor op flexibele motorsteunen 'danst' altijd.
6
Is de schroefas door één vast lager ondersteund dan fun-
geert de Bullflex koppeling -mét de centreer-ring- als flexi-
bel kogelgewricht, zie tek. 8A en tek. 9A.
7
In het geval dat de schroefas star is opgesteld -dus door 2
(of meer) vaste lagers wordt ondersteund- dan moet de
schroefas niet beïnvloed kunnen worden door de motorbe-
wegingen. Verwijder in dat geval de centreer-ring, zie tek.
8B en tek. 9B.
8
Verwijderen centreer-ring Bullflex 1.
9
Verwijderen centreer-ring Bullflex 2, 4, 8, 12, 16, en 32.
Neem de bouten ➀ los. Neem de flens ➁ los van de naaf
en verwijder de centreer-ring ➂. Plaats de flens terug en
monteer de bouten (met een borgmiddel, LOCTITE 222
Screwlock) en trek ze aan met het opgegeven aanhaal
moment 'T1', zie tabel. Zorg er voor dat de gaten in de
flens en in het rubberelement tijdens de montage van de
bouten in lijn liggen. Vervorm hiervoor het rubberelement
met behulp van een lijmtang.
Montage algemeen
10 Om een betrouwbaar functionerende koppeling te verkrij-
gen dienen alle bouten en moeren met de opgegeven
momenten te worden aangetrokken. Gebruik hiervoor een
momentsleutel; het 'op gevoel' aantrekken leidt niet tot
bevredigende resultaten.
11 De schroefas dient over de lengte (L) in de naaf te zijn
gestoken en as en de naaf dienen vrij van vet en vuil (✱) te
zijn.
12 Trek de bouten aan met het opgegeven aanhaalmoment
'T2', zie tabel.
13 Zorg er voor dat de rubberdelen niet worden aangetast
door oplosmiddelen.
NEDERLANDS
Note: The numbers point to the drawing numbers on page 3.
Mounting
1
In connection with the axial movement of the propeller shaft
a minimum free space between outer bearing and propeller
hub is required.
Propeller-thrust
2
N.B. When sailing in forward direction the rubber part must
be compressed. 3 Using the Bullflex in combination with a
V-drive type gearbox is not allowed!
Over-size (larger) propeller shaft diameter
4
Reduce the propeller shaft diameter for the taper length
(dimension 'A') to the given dimension 'd' of the coupling,
see Overall dimensions. Radius 'r' minimal 2 mm (0.08").
Misalignment
5
The maximum allowable misalignment of the propeller
shaft is 2˚.
Centering ring
An engine on flexible mountings will, by definition, always
bounce.
6
Where the propeller shaft is supported by one rigid bearing
only, the Bullflex coupling -with the centering ring installed-
will function as a flexible ball joint, see drawing 8A and 9A.
7
When the propeller shaft is installed rigidly which means to
say -supported by two (or more) non-flexible bearings- the
propeller shaft should not be affected by engine move-
ments. Therefore remove the centering ring in such an
installation, see drawing 8B and 9B.
8
Removal of centering ring Bullflex 1.
9
Removal of centering ring Bullflex 2, 4, 8, 12, 16 and 32.
Detach the bolts ➀. Detach flange ➁ from the hub and
remove centering ring ➂. Attach flange and reinstall the
bolts (with a locking agent, LOCTITE 222 Screwlock) and
tighten with the specified torque 'T1' see table. Ensure that
the holes in flange and rubber element are in line during
installation of the bolts. Deform the rubber element with the
assistance of a screw clamp.
General assembly
10 To achieve a reliably operating coupling all the bolts and
nuts must be tightened with the torques given. Use a
torque wrench; tightening it 'in the blind' will not lead to sat-
isfying results.
11 The propeller shaft must be inserted into the hub for a suf-
ficient length (L) and the shaft and hub must be free of
grease and dirt (✱).
12 Tighten the bolts with the specified torque 'T2', see table.
13 Take care that the rubber parts are not affected by solvents.
2
3.0205
Flexible propeller shaft coupling Bullflex
ENGLISH

Publicité

loading