De vergrendelkogels worden naar buiten gedrukt en
moeten achter de zeskantmoer (1, afb. 6) liggen.
8.
Trek het hoepelwiel naar buiten, om het veilige
vergrendelen te controleren.
Het afnemen van de wielen gebeurt in omgekeerde
volgorde.
6
Bedienen
6.1
Zithoogte afstellen
Belangrijk!
●
De zithoogte kan aan de gebruiker worden
aangepast. De zithoogte is doorgaans goed
afgesteld, als de gebruiker op de douche-
en toiletrolstoel zit en beide voeten de
grond raken.
●
De hoogte moet aan beide zijden hetzelfde
worden veranderd.
●
Tijdens het afstellen van de zithoogte mag
niemand op de douche- en toiletrolstoel zit-
ten.
1.
De douche- en toiletrolstoel aan één kant bij het
zitframe een stukje oplichten.
2.
De beide klemmen (6, afb. 3) aan deze kant uit-
trekken.
3.
Het zitframe tot op de gewenste zithoogte uit het
zijdeel trekken of in het zijdeel laten glijden (10,
afb. 1).
4.
Beide klemmen weer helemaal insteken.
5.
De andere kant oplichten en zoals beschreven op
dezelfde hoogte instellen.
6.2
Hoogte van de voetsteunen afstellen
1.
Trek de voetsteunen (2, afb. 5) een stuk naar bo-
ven.
2.
De klem (6, afb. 5) uittrekken en in de gewenste
positie weer insteken. Evt. de voetsteun daarvoor
nog wat verder uittrekken.
3.
De voetsteun naar beneden schuiven, tot de pen
van de klem (6, afb. 5) in de opening (1, afb. 5)
vastklikt.
4.
De tweede voetsteun zoals beschreven op de ge-
wenste hoogte afstellen.
NL
6.3
Hoogte van de armleuningen afstellen
Belangrijk!
●
De hoogte van de armleuningen kan aan
de gebruiker worden aangepast.
●
De hoogte van de armleuningen moet aan
beide zijden gelijkmatig worden veranderd.
●
De hoogte van de rechter en de linker arm-
leuning wordt op dezelfde manier afgesteld.
1.
Aan de rugleuningbekleding de riemsluiting van
de riem openen die aan de binnenkant langs het
rugleuningframe is geleid.
2.
Aan de rugleuningbekleding de riemsluiting van
de riem openen die boven de armleuning ligt
(1, afb. 7).
3.
Deze riem aan de binnenkant langs het rugleunin-
gframe leiden en weer sluiten.
Belangrijk!
De moeren zijn los in de borgklem geplaatst en
kunnen eruit vallen.
4.
De schroeven (3, afb. 7) van de houder voor de
armleuningen (4, afb. 7) met de meegeleverde
binnenzeskantsleutel uitdraaien.
5.
De borgklem (2, afb. 7) met de moeren van de
binnenkant van het rugleuningframe verwijderen.
6.
De houder voor de armleuningen (4, afb. 7) met
de armleuning verwijderen en naar boven ver-
plaatsen.
Belangrijk!
De kleinere boring dient ervoor de borgklem
vast te maken.
7.
De schroeven in de houder voor de armleuningen
inbrengen en door de boringen in het rugleuning-
frame leiden.
8.
Evt. de moeren weer in de borgklem inbrengen.
9.
De borgklem zodanig op het rugleuningframe
plaatsen dat de fixatie aan de borgklem in de klei-
nere boring vastklikt.
10. De schroeven in de moeren draaien en vast-
draaien.
11. De nog open riem van de rugleuningbekleding
aan de buitenkant langs het rugleuningframe lei-
den, sluiten en alle riemen aanspannen.
Het afstellen van de armleuningen op de onderste po-
sitie gebeurt op dezelfde manier.
Belangrijk!
Bij de ombouw op de onderste positie moet de
riem, die onder de armleuning ligt, geopend en
aan de binnenkant langs het rugleuningframe
worden geleid.
25