– bij cdʼs zonder gecomprimeerde audiobestan-
den:
met de cijfertoetsen (41) selecteert u de
gewenste tracks en bevestigt u de keuze met
de toets ENTER (49). Op het display ver-
schijnt het tracknummer en het bijbehorende
geheugenplaatsnummer, b.v. als u track nr. 8
hebt geselecteerd als eerste track voor de
reeks tracks:
– Bij gegevensdragers met gecomprimeerde
audiobestanden:
Selecteer met de cijfertoetsen (41) de map
waarin de betreffende track zich bevindt, en
bevestig de selectie met de toets ENTER (49).
Selecteer dan met de cijfertoetsen de track en
bevestig de selectie met de toets ENTER. Op
het display verschijnt het mapnummer, het
tracknummer en het overeenkomstige geheu-
genplaatsnummer, b.v. als u track nr. 8 uit
map nr. 2 hebt geselecteerd als eerste track
voor de reeks tracks:
3) Herhaal de procedure voor alle andere tracks tot
de totale reeks tracks is geprogrammeerd. U kunt
max. 20 tracks programmeren (het geheugen-
plaatsnummer 20 wordt niet meer weergegeven).
4) Om de reeks tracks te starten, drukt u op de toets
PLAY/PAUSE resp.
(36). De melding PRO-
GRAM verdwijnt van het display. Bij het afspelen
van de reeks tracks verschijnt de melding
MEMORY (D) op het display.
5) Met de toetsen F.WD/REV resp.
kunt u de tracks uit de reeks selecteren.
Met de toetsen FB/F.F resp.
kunt u binnen een track de functie Snel voor-
uit/achteruit zoeken activeren.
2) Programe la primera pista para la secuencia de
pistas:
– Para CDs sin archivos de audio comprimidos:
Seleccione la pista que desee con los botones
numéricos (41) y confirme con ENTER (49).
En el visualizador se muestra el número de
pista y el número de memoria correspon-
diente, p. ej. si la pista número 8 se ha selec-
cionado como la primera pista de la secuencia:
– Para porta-datos con archivos de audio com-
primidos:
Seleccione la carpeta que contiene la pista
que desea con los botones numéricos (41) y
confirme con ENTER (49). A continuación
seleccione la pista con los botones numéricos
y confirme con ENTER. En el visualizador se
muestra el número de carpeta, el número de
pista y el número de memoria correspon-
diente, p. ej. si la pista número 8 de la carpeta
número 2 se ha seleccionado como la primera
pista de la secuencia:
3) Repita el procedimiento para las demás pistas
hasta que se haya programado toda la secuen-
cia. Pueden programarse un máximo de 20 pis-
tas (la memoria número 20 no se indica).
4) Pulse el botón PLAY/PAUSE o
ciar la secuencia de pistas. Desaparecerá la
inserción PROGRAM. Cuando se repite la
secuencia de pistas, en el visualizador se indica
MEMORY (D).
5) Seleccione las pistas de la secuencia con los
botones F.WD/REV o
/
Active la función de avance/retroceso rápido
en la pista con los botones FB/F.F o
(34).
6) Met de toets REP (46) kunt u volgende herha-
lingsfuncties inschakelen (→ hoofdstuk 8.2.7):
1ste keer drukken op de toets: „REPEAT ALL"
2de keer drukken op de toets: „REPEAT 1"
3de keer drukken op de toets: herhaling
7) Na het afspelen van de reeks tracks of bij twee-
maal drukken op de toets STOP/EJ (37) resp. I
(47) schakelt het apparaat in de stopmodus.
8) Als de tracks opnieuw in normale volgorde moe-
ten worden weergegeven, drukt u op de toets
PLAY/PAUSE resp.
reeks tracks blijft opgeslagen, weergegeven door
de melding MEMORY op het display (bij gege-
vensdragers met gecomprimeerde audiobestan-
den wordt MEMORY echter alleen tijdens het
afspelen van de reeks tracks weergegeven).
Wenst u de reeks tracks opnieuw af te spelen,
druk dan eerst op de toets PROG; start vervol-
gens de reeks tracks met de toets PLAY/PAUSE
resp.
.
9) Om de reeks tracks te wissen, drukt u tweemaal
op de toets PROG.
Opmerking: De reeks tracks wordt gewist als u naar
een naar een andere gegevensdrager
omschakelt, de gegevensdrager verwij-
dert en de cd-speler uitschakelt.
8.3 Multifrequentiezender
alleen bij model TXA-802CD
Als er voor de PA-toepassing meerdere actieve luid-
sprekers nodig zijn, is een draadloos audiolinkbedrijf
mogelijk: Via de zender van een actieve luidspreker
TXA-802CD (centraal apparaat) kunt u het van de
regelaar MASTER (6) en van de klankregelaars (7)
onbeïnvloede mengsignaal naar de ontvangers van
/
(35)
andere actieve luidsprekers TXA-8..-serie (neven-
apparaten) overdragen.
/
(34)
1) Voor het inschakelen van de ontvanger draait u
de POWER-schakelaar en de volumeregelaar
6) El botón REP (46) permite activar las siguientes
funciones de repetición (→ apartado 8.2.7):
Primera acción del botón: "REPEAT ALL"
Segunda acción del botón: "REPEAT 1"
Tercera acción del botón: Desactivar repetición
7) Después de reproducir la secuencia de pistas o
cuando se pulsa dos veces el botón STOP/EJ
(37) o I (47), el aparato pasa a modo stop.
8) Para volver a la reproducción en el orden habi-
tual, pulse el botón PLAY/PAUSE o
cuencia de pistas programada se memoriza
como indica la inserción MEMORY. (Sin em bar -
go, para porta-datos con archivos de audio com-
primidos, sólo se indica MEMORY cuando se
reproduce la secuencia de pistas).
Para reproducir la secuencia de pistas otra
vez, pulse el botón PROG primero, luego inicie la
secuencia de pistas con el botón PLAY/PAUSE
o
.
9) Para borrar la secuencia de pistas, pulse dos
veces el botón PROG.
Nota: La secuencia de pistas se borra cuando se
utiliza otro porta-datos o cuando el porta-
datos se extrae y cuando se apaga el repro-
ductor CD.
8.3 Unidad de transmisión multifrecuencia
sólo para el modelo TXA-802
Si se necesitan varios sistemas de altavoz activos
(36) para ini-
para aplicaciones de megafonía, es posible un
modo de enlace audio inalámbrico: Mediante la uni-
dad de transmisión de un sistema de altavoz activo
TXA-802CD (unidad principal), la señal mezclada
no afectada por el control MASTER (6) y por los
controles de tono (7) se puede transmitir a las uni-
dades de recepción de otros sistemas de altavoz
(35).
activos de la serie TXA-8.. (unidades secundarias).
/
1) Para encender la unidad de transmisión, avance
el interruptor de encendido-apagado y el control
(26) open vanuit de stand OFF ("Uit").
dat er een radiosignaal wordt verzonden.
2) Stel op de ontvangers van de nevenapparaten
het transmissiekanaal in voor het audiolinkbe-
uitgeschakeld
drijf, en stel de zender van het centrale apparaat
in op hetzelfde kanaal:
1. Druk op de toets SET (24). De kanaalaandui-
2. Zolang de kanaalaanduiding knippert (ca.
. De geprogrammeerde
3. Bevestig de kanaalkeuze met toets SET. (Als
Belangrijk! Let er bij de kanaalkeuze op dat de
3) Het is mogelijk om voor het ingestelde kanaal
kortstondig de radiofrequentie op het display op
te vragen: zolang de toets
geeft het display de frequentie weer in plaats van
het kanaal (Een overzicht van welk kanaal aan
welke frequentie is toegewezen, vindt u in hoofd-
stuk 9.1.1).
4) De LEDʼs AF LEVEL (23) duiden het niveau aan
van het audiosignaal dat naar de zender wordt
gestuurd:
signaal van de zender een bepaald minimum -
niveau heeft bereikt.
signaal van de zender het maximumniveau heeft
bereikt, waarbij het nog niet is overstuurd. De
de volumen (26) desde la posición OFF ("apa-
gado").
transmisión de una señal de radio.
2) En las unidades de recepción de las unidades
secundarias, ajuste el canal de transmisión para el
modo de enlace audio y ajuste la unidad de trans-
misión de la unidad principal en el mismo canal:
1. Presione el botón SET (24). La indicación de
. La se -
2. Mientras la indicación de canal se mantenga
3. Confirme la selección de canal con el botón
¡Importante! Cuando seleccione el canal, ase gú-
3) Es posible mostrar brevemente la frecuencia
radio para el canal ajustado: mientras el botón
o
la frecuencia en vez del canal. (En el capítulo
9.1.1 encontrará una descripción enumerando
qué canal está asignado a qué frecuencia.)
4) Los LEDs AF LEVEL (23) indicarán el nivel de la
señal audio suministrada a la unidad de transmi-
sión:
de entrada de la unidad de transmisión haya
alcanzado un nivel mínimo determinado.
entrada de la unidad de transmisión haya alcan-
De LED TX (22) licht op en geeft daarmee aan
ding op het display (21) knippert.
10 seconden) kan met de toetsen
het kanaal worden geselecteerd: toets
de kanaalkeuze "omhoog", toets
kanaalkeuze "omlaag".
de selectie niet binnen de 10 seconden wordt
bevestigd met de toets SET, schakelt het
apparaat terug naar het vroeger ingestelde
kanaal.)
zender en de ontvangers van het cen-
trale apparaat ingesteld op verschil-
lende kanalen zijn ingesteld. Anders
treden er signaalvervormingen op.
of
ingedrukt blijft,
De gele LED licht op, wanneer het ingangs-
De rode LED licht op, wanneer het ingangs-
El LED TX (22) se iluminará para indicar la
canal en la pantalla (21) empezará a parpa-
dear.
parpadeando (durante aprox. 10 segundos),
el canal se podrá seleccionar con las teclas
y
(25): tecla
para la selección de canal
"hacia arriba"; tecla
para la selección de
canal "hacia abajo".
SET. (Si la selección no se confirma en 10 se -
gundos con el botón SET, la unidad volverá al
canal ajustado previamente.)
rese de que la unidad de transmi-
sión y las unidades de recepción de
la unidad principal están ajustadas
en canales diferentes; de otro modo
se producirá un retorno.
se mantenga presionado, la pantalla indicará
El LED amarillo se iluminará cuando la señal
El LED rojo se iluminará cuando la señal de
NL
B
en
(25)
voor
voor de
E
29