Anleitung PBK 35 SPK 1
05.07.2004
BRANDSTOFMENGELING
Meng de brandstof met 2-takt-olie in een goedgekeurd
reservoir. De correcte mengverhouding van brandstof tot
olie vindt u terug in de mengtabel.
Schud het reservoir goed om alles zorgvuldig te vermen-
gen.
LET OP: Bij onvoldoend oliën vervalt uw
recht op garantie voor de motor.
Benzine- en oliemengeling 40 tot 1
Alleen olie
BRANDSTOF EN OLIËN
AANBEVOLEN BRANDSTOFFEN
Sommige gebruikelijke soorten benzine zijn vermengd
met additieven zoals alcohol- of etherverbindingen om
aan normen voor zuivere uitlaatgassen te beantwoorden.
De motor draait tevredenstellend op alle soorten benzine
die als aandrijfmiddel bedoeld zijn, ook op met zuurstof
verrijkte soorten benzine.
OLIËN VAN DE KETTING EN HET LAGER
Telkens als u de brandstoftank vult dient u de kettingoli-
etank bij te vullen. Wij bevelen olie voor kettingen, rails
en vertandingen aan die additieven bevat om wrijving en
slijtage te reduceren en inkepingen op geleiderail en ket-
ting te voorkomen.
GEBRUIKSVOORSCHRIFT
CONTROLES VOOR HET STARTEN VAN DE MOTOR
LET OP: Start of bedien de zaag nooit als
de geleiderail en de ketting niet naar
behoren erop geplaatst zijn.
1. Vul de brandstoftank met de correcte brandstofmen
geling (A) (fig. 8 A).
2. Vul de olietank met de correcte ketting- en railolie (B)
(fig. 8 A).
3. Vergewis u er zich van dat de kettingrem (C) ontkop
peld is voordat u de motor start (fig. 8 A).
STARTEN VAN DE MOTOR
Er zijn 3 starterstanden: BETRIEB (bedrijf) (A), HALB
(half) (B) en CHOKE (C) (fig. 9 A).
1. Schuif de rode STOP-schakelaar (D) omhoog om te
starten (fig. 9 B).
2. Breng de gele smoorhendel (E) naar de stand
10:45 Uhr
Seite 43
(CHOKE) (fig. 9 C).
3. Druk tien keer op de knop (F) van de benzinepomp
(fig. 9 D).
4. Bedrijfsgrendel naar voren schuiven: druk op de gren
del en blijf hem indrukken (A), druk op de gashendel
(B), laat de gashendel en dan de grendel los (fig. 10
A).
5. Leg de zaag op een vaste effen onderlaag. Pak de
zaag vast zoals in de illustratie getoond. Trek snel de
starter vier keer. Let op de roterende ketting! (Fig. 10
B)
6. Breng de gele smoorhendel (D) naar de stand (HALB
(half)) (fig. 9 C).
7. Hou de zaag vast en trek de starter snel vier keer. De
motor zou nu moeten starten (fig. 10 D).
8. Laat de motor 10 seconden warmdraaien. Druk op de
losser (E) en breng hem naar de stand LEERLAUF
(stationair draaien) en ga over naar stap 9 (fig. 10 E).
9. Breng de gele smoorhendel (F) naar de stand
(BETRIEB (bedrijf)) (fig. 10 F). Indien de motor niet
start, herhaalt u de boven beschreven stappen.
A
Fig. 8
Fig. 9A
B
C
D
E
Fig. 9B
Fig. 9C
Fig. 9D
A
B
Fig. 10A
Fig. 10B
Fig. 10C
E
Fig. 10D
Fig. 10E
Fig. 10F
HERSTARTEN VAN DE WARME MOTOR
1. Vergewis u er zich van dat de schakelaar naar de
stand EIN (AAN) is gebracht.
2. Schuif de smoorhendel naar de stand (HALB (half)).
3. Druk tien keer op de knop van de benzinepomp.
4. Zet de bedrijfsgrendel.
5. Trek tien keer de starterkoord. De motor moet
NL
A
B
C
F
D
F
43