Anleitung PBK 35 SPK 1
05.07.2004
NL
ALGEMENE INFORMATIE
2
5
9
16
18
15
4
8
20
19
21
1.
Geleiderail
8.
2.
Zaagketting
9.
3.
Justeerschroef van de
10. Stopschakelaar
zaagketting
11. Veiligheidslosser
4.
Vonkrooster
12. Olietankkap
5.
Kettingremhendel / voorste
13. Starterafdekking
handbeschermer
14. Brandstoftankkap
6.
Voorste greep
15. Achterste greep / laarzenlus
7.
Starterhandgreep
16. Bedrijfsgrendel
VEILIGHEIDSFUNCTIES
De cijfers vermeld in de onderstaande beschrijving komen overeen met de cijfers op de voorafgaande pagina zodat u
de veiligheidsfuncties gemakkelijker kunt terugvinden.
2 ZAAGKETTING MET GERINGE TERUGSTOOT helpt
u terugstoten of hun kracht met speciaal ontwikkelde
veiligheidsinrichtingen op te vangen.
4 VONKROOSTER weerhoudt kool of andere ontvlam-
bare partikels groter dan 0,6 mm van de uitstoot van
uitlaatgassen van de motor. De gebruiker is gehouden
plaatselijke, in de respectievelijke provincie geldende
en nationale wetten en / of voorschriften ter regeling
van het gebruik van vonkroosters na te leven.
Bijkomende informatie vindt u in de veiligheidsinstruc-
ties.
5 KETTINGREMHENDEL
/
HANDBESCHERMER
beschermt de linkerhand van de bedieningspersoon
mocht die bij draaiende zaag wegglijden van de
voorste greep.
5 KETTINGREM is een veiligheidsfunctie ter verminder-
ing van letsel als gevolg van terugstoten; door deze
rem wordt de roterende zaagketting binnen millisecon-
den stilgezet. Ze wordt geactiveerd door de KETTIN-
GREMHENDEL.
40
10:45 Uhr
Seite 40
6
14
1
3
22
13
23
Bougie
17. Smoorhendel
Luchtfilterafdekking
(afstelling van de carburator)
18. Railbevestigingsmoer
19. Gashendel
20. Kettingvangelement
21. Uitlaatbeschermer
22. Stootdoorn
23. Afdekking van de geleiderail
10 STOPSCHAKELAAR stopt de motor onmiddellijk als
hij uitgeschakeld wordt. De stopschakelar dient op
EIN (AAN) te worden gezet om de motor (opnieuw) te
starten.
11 VEILIGHEIDSLOSSER voorkomt een toevallige ver-
hoging van de motortoeren. De gashendel (19) kan
alleen worden ingedrukt als de veiligheidslosser inge-
drukt is.
20 KETTINGVANGELEMENT reduceert het letselgevaar
mocht de zaagketting bij draaiende motor scheuren
of ontglijden. Het kettingvangelement dient om een
om zich heen slagende ketting op te vangen.
21 UITLAATBESCHERMER voorkomt dat handen en
brandbare materialen in contact komen met een hete
uitlaat.
22 STOOTDOORN dient ter bescherming van uzelf en
vergemakkelijkt het snijden. De stootdoorn versterkt
de stabiliteit als u verticale sneden uitvoert.
AANWIJZING: Maakt u zich vertrouwd met de zaag en
haar onderdelen.
7
17
10
11
12