7 Uitlijning bench
De instructies in dit hoofdstuk zijn alleen bedoeld voor gebruik door de behandelaar.
Transfemoraal
½
Transtibiaal
*
Ca. 1/3
Constructielijn
½
0-10mm
2/3
7.1
Statische uitlijning
Lengte opstelling
Wanneer de flexie, adductie en abductie
voldoende zijn geaccommodeerd, kan de
lengte van de ledemaat 10 mm langer worden
ingesteld dan de gezonde kant, met het oog
op compressie en deflectie van de voetveren
en axiale schokveren tijdens het lopen. Dit
moet opnieuw worden geëvalueerd voordat
de dynamische proef start en de lengte
navenant wordt aangepast.
Constructielijn
Deze dient 10 mm anterieur van het
midden van de piramide te vallen (met een
voldoende geaccommodeerde hielhoogte).
De koker moet dienovereenkomstig worden
gepositioneerd.
7.2
Dynamische uitlijning
Coronair vlak
Zorg ervoor dat de M-L-stootkracht minimaal
is door het afstellen van de relatieve positie
van de koker en voet.
Sagittaal vlak
Controleer of de overgang tussen het
neerkomen van de hiel en het loskomen van
de teen soepel verloopt. Zorg er ook voor dat
wanneer de gebruiker staat de hiel en de teen
in gelijke mate worden belast en dat beide de
grond raken.
7.3
Transfemorale uitlijning
Lijn de transfemorale componenten uit
volgens de montage-instructies die bij de knie
zijn meegeleverd, waarbij de constructielijn
wordt aangehouden, relatief ten opzichte van
dit hulpmiddel zoals weergegeven.
Eigen schoeisel
*
van de gebruiker
toestaan
84
938289SPK1/1-0121