Gebruik voor kleine hoeveelheden een kleine pan. Een grote,
■
slechts weinig gevulde pan heeft veel energie nodig.
Kook met weinig water. Dit bespaart energie. Bij groente
■
blijven vitamines en mineralen behouden.
Het apparaat leren kennen
Op pagina 2 vindt u een typenoverzicht met informatie over
afmetingen.
Kookzone- en restwarmte-indicatie
De kookzone- en restwarmte-indicatie
een kookzone warm is:
Kookplaat instellen
In dit hoofdstuk leest u hoe u de kookzones kunt instellen. In de
tabel vindt u kookstanden en bereidingstijden voor
verschillende gerechten.
Kookplaat in- en uitschakelen
U schakelt de kookplaat met de kookzoneknoppen in en uit.
Kooktabel
In de volgende tabel vindt u enkele voorbeelden.
De bereidingstijden en kookstanden zijn afhankelijk van de
aard, het gewicht en de kwaliteit van de gerechten. Daarom zijn
afwijkingen mogelijk.
Smelten
Chocolade, couverture, gelatine,
boter
Opwarmen en warmhouden
Eenpansgerecht (bijv. linzenschotel)
Melk**
Gaarstoven, zachtjes laten koken
Knoedels, knödels
Vis
Witte sauzen, bijv. bechamelsaus
Koken, stomen, stoven
Rijst (met dubbele hoeveelheid water)
In de schil gekookte aardappels
Gekookte aardappels
Deegwaren, pasta
Eenpansgerecht, soepen
Groente
Groente, diepvries
Garen in de snelkookpan
* Doorkoken zonder deksel
** Zonder deksel
is verlicht wanneer
e
Schakel tijdig terug naar een lagere kookstand.
■
Maak gebruik van de restwarmte van de kookplaat. Schakel
■
bij langere bereidingstijden al 5-10 minuten voor het einde
van de bereidingstijd de kookzone uit.
kookzone-indicatie - tijdens het gebruik, kort nadat u een
■
kookzone heeft ingeschakeld.
Restwarmte-indicatie - na het koken, wanneer de kookzone
■
nog warm is.
U kunt de restwarmte op een energiebesparende manier
gebruiken, u kunt er bijv. een klein gerecht mee warmhouden
of couverture smelten.
Kookzone instellen
Met de kookzoneknoppen stelt u het verwarmingsvermogen
van de kookzones in.
Kookstand 1 = laagste vermogen
Kookstand 9 = hoogste vermogen
Aanwijzing: De kookzone regelt de verwarming door in en uit
te schakelen. Ook bij het hoogste vermogen kan de
verwarming in- en uitschakelen.
Bij het opwarmen van dikvloeibare gerechten regelmatig
roeren.
Gebruik voor het aan de kook brengen kookstand 9.
Doorkookstand
1
1-2
1-2
1-2
4*
3*
1
3
3-4
3-4
5*
3-4
3-4
3-4
3-4
Doorkookduur in
minuten
-
-
-
-
20-30 min.
10-15 min.
3-6 min.
15-30 min.
25-30 min.
15-25 min.
6-10 min.
15-60 min.
10-20 min.
10-20 min.
-
19