Aanscherp- en voorsnijvlakhoek
A
B
A
aanscherphoek
STIHL zaagkettingen worden
geslepen/aangescherpt met een
aanscherphoek van 30°. Uitzondering
hierop zijn de langszaagkettingen met
een aanscherphoek van 10°.
Langszaagkettingen hebben een X in de
benaming.
B
voorsnijvlakhoek
Bij gebruik van de voorgeschreven
vijlhouder en vijldiameter wordt
automatisch de juiste voorsnijvlakhoek
verkregen.
Beiteltandvormen
Micro = halve beiteltand
bijv. 63 PM3, 26 RM3,
71 PM3
Super = volle beiteltand
bijv. 63 PS3, 26 RS,
36 RS3
Langszaagketting, bijv.
63 PMX, 36 RMX
De hoeken moeten bij alle tanden van
de zaagketting gelijk zijn. Bij ongelijke
hoeken: ruw, ongelijkmatig draaien van
de zaagketting, sterke slijtage – tot aan
het breken van de zaagketting.
HT 100, HT 101, HT 130, HT 131
Vijlhouder
Vijlhouder gebruiken
N
De zaagkettingen met de hand
uitsluitend met behulp van een
vijlhouder (speciaal toebehoren, zie
tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen") aanscherpen.
Vijlhouders zijn voorzien van
aanscherphoekmerktekens.
Alleen speciale zaagkettingvijlen
gebruiken! Andere vijlen zijn door hun
vorm en kapping ongeschikt.
Ter controle van de hoeken
Hoek (°)
A
B
30
75
30
60
10
75
STlHL vijlkaliber (speciaal toebehoren,
zie tabel "Gereedschap voor het
slijpen/aanscherpen") – een universeel
gereedschap voor de controle van de
aanscherp- en voorsnijvlakhoek,
dieptebegrenzerafstand, tandlengte,
groefdiepte en voor het reinigen van de
groef en de olietoevoerboringen.
Correct slijpen/aanscherpen
Het gereedschap voor het
N
slijpen/aanscherpen aan de hand
van de kettingsteek kiezen
Bij gebruik van de apparaten FG 2,
N
HOS en USG: zaagketting van het
zaagblad nemen en volgens de
handleiding van het apparaat
slijpen/aanscherpen
Het zaagblad eventueel inspannen
N
Regelmatig slijpen/aanscherpen,
N
weinig materiaal wegnemen – voor
het gebruikelijke aanscherpen zijn
meestal twee tot drie vijlstreken
voldoende
Nederlands
121