Anleitung MAC 2240_SPK7:_
Handbeschermer
De voorste handbeschermer (gelijktijdig kettingrem)
(fig. 1, pos. 2) en de achterste handbeschermer (fig.
2, pos. 15) beschermen uw vingers tegen letsel door
contact met de zaagketting indien die door
overbelasting breekt.
VII. Werken met de kettingzaag
1. Voorbereiding
Controleer voor elk gebruik volgende punten om
veilig te kunnen werken:
Toestand van de kettingzaag
Ga voor werkbegin na of de behuizing, de netkabel,
de zaagketting of het zwaard van de kettingzaag
beschadigd zijn. Neem nooit een gereedschap in
gebruik dat blijkbaar beschadigd is.
Olietank
Oliepeil van de tank. Controleer ook tijdens het werk
of er steeds voldoende olie voorhanden is. Werk
nooit met de zaag als er geen olie voorhanden is of
als het oliepeil onder het minimummerk is gezakt (fig.
10, pos. B) om een beschadiging van de kettingzaag
te vermijden.
Een vulling volstaat gemiddeld voor 15 minuten
naargelang de ingelaste pauzen en de belasting.
Zaagketting
Spanning van de zaagketting, toestand van de
snijkanten. Hoe scherper de zaagketting is des te
gemakkelijker kan u de kettingzaag bedienen en
onder controle houden. Hetzelfde geldt voor de
kettingspanning. Controleer ook tijdens het werk om
de 10 minuten de kettingspanning om uw veiligheid te
verhogen! Vooral nieuwe zaagkettingen neigen tot
verhoogd uitzetten.
Kettingrem
Controleer de functie van de kettingrem zoals
beschreven in hoofdstuk "Veiligheidsvoorzieningen"
en zet haar in werking.
Beschermende kleding
Draag zeker de gepaste beschermende nauw
sluitende kleding zoals een speciale broek die u
beschermt tegen snijwonden, alsmede
handschoenen en veiligheidsschoenen.
Gehoorbeschermer en veiligheidsbril
Draag bij vel- en boswerkzaamheden zeker een
veiligheidshelm met geïntegreerde gehoor- en
gelaatsbeschermer. Die biedt bescherming tegen
neervallende dikke takken en terugschietende takjes.
30.03.2011
9:26 Uhr
Seite 49
2. Toelichting omtrent het correct te werk gaan
bij fundamentele werkzaamheden
Boom vellen (fig. 14-17)
Indien twee of meer personen tegelijkertijd op maat
snijden en vellen, moet de afstand tussen de vellende
en op maat snijdende personen minstens twee
boomlengtes bedragen (fig. 14). Bij het vellen van
bomen dient u erop te letten dat geen andere
personen in gevaar worden gebracht, geen
toevoerleidingen worden geraakt en geen materiële
schade wordt veroorzaakt. Mocht een boom een
toevoerleiding raken, dient de desbetreffende
energievoorzieningsmaatschappij onmiddellijk op de
hoogte te worden gesteld.
Bij zaagwerkzaamheden op een helling moet de
bedienaar van de kettingzaak op het terrein hoger
staan dan de te vellen boom omdat de boom na het
vellen bergaf gaat rollen of glijden (fig. 15).
Vóór het vellen moet een vluchtweg worden gepland
en, indien nodig, vrij worden gemaakt. De vluchtweg
moet vanaf de verwachte vallijn schuin naar achteren
verlopen zoals voorgesteld in fig. 16 (A =
gevarenzone, B = valrichting, C = vluchtzone).
Vóór het vellen dient u rekening te houden met de
natuurlijke schuine stand van de boom, de stand van
de dikkere takken en met de windrichting om de
valrichting van de boom te kunnen beoordelen.
Vuil, stenen, losse schors, spijkers, klemmen en
metalen draad dienen van de boom te worden
verwijderd.
Kerfsnede maken (fig. 17)
Zaag haaks t.o.v. de valrichting een kerf (A) met een
diepte van 1/3 van de boomdiameter, zoals in fig. 17
getoond. Eerst de onderste horizontale kerfsnede (1)
uitvoeren. Daardoor wordt voorkomen dat de
zaagketting of de geleiderail bij het uitvoeren van de
tweede kerfsnede beklemd raakt.
Velsnede maken (fig. 17)
Met de velsnede minstens 50 mm boven de
horizontale kerfsnede beginnen. De velsnede (B)
evenwijdig met de horizontale kerfsnede doorvoeren.
De velsnede enkel tot een diepte zagen zodat nog
een tussenstuk (vellijst) (D) blijft staan dat als
scharnier kan dienen. Het scharnier voorkomt dat de
boom draait en de verkeerde richting op neervalt.
Zaag het scharnier niet door. Als de velsnede het
scharnier nadert gaat de boom normaal beginnen
neer te vallen. Mocht het blijken dat de boom mogelijk
niet in de gewenste valrichting (C) neervalt of naar
achteren terugneigt en de zaagketting vastklemt, de
velsnede onderbreken en wiggen van hout, kunststof
of aluminium gebruiken om de snede te openen en
de boom in de gewenste vallijn te doen omvallen.
NL
49