Storch PG 25 Mode D'emploi page 13

Veiligheidsinstructies
Bij het gebruik van het toestel moeten principieel altijd alle
geldende lokale voorschriften voor bouw, brandveiligheid en
die van de industriële vakvereniging worden nageleefd.
· Het toestel mag enkel door personen worden bediend
die een opleiding hebben gekregen voor de bediening
van het toestel.
· De werking en de opstelling van het toestel moet zo
zijn, dat diegenen die ermee werken niet door de
uitlaatgassen of de stralingswarmte in gevaar worden
gebracht en dat er geen brand kan ontstaan.
· Er mag enkel met het toestel worden gewerkt in
ruimten waar er voldoende luchttoevoer voor de verbran-
ding is.
· Transporteerbare flessen met vloeibaar gas moeten
absoluut stabiel en rechtop worden geplaatst.
· Flessen met vloeibaar gas mogen tijdens de werking
van het toestel nooit neerliggen (uittreden van gas in
vloeibare fase.)
· Het toestel mag enkel worden gebruikt in goed
geventileerde ruimten. Op de plaats waar het toestel is
opgesteld mogen er niet constant mensen aanwezig
zijn. Overeenkomstige verbodsborden moeten aan de
ingangen worden aangebracht.
· Men mag enkel met het toestel werken wanneer het
stabiel en op een onbrandbare ondergrond is opgsteld.
· Men moet absoluut zeker zijn dat er geen brandbare
voorwerpen en geen brandbaar materiaal kan worden
aangezogen.
· Men mag niet werken met het toestel in een omgeving
met brand- of explosiegevaar.
· Een veiligheidszone van 1,5 mm rondom het toestel en
min. 3 m van de uitblaasopening, ook bij niet brand
bare voorwerpen, moet worden aangehouden.
· De uitblaasopening mag niet worden verkleind, er
mogen geen slangen of buizen worden aangebracht.
· Nooit vreemde voorwerpen in het toestel brengen.
· De rooster voor de luchtaanzuiging moet altijd proper
zijn en er mogen geen losse voorwerpen op te vinden
zijn.
· Het toestel mag niet worden blootgesteld aan een
direkte waterstraal.
· Alle elektrische kabels buiten het toestel moeten
beschermd worden tegen beschadigingen (b.v. door
dieren e.d.).
· Bij onderhouds- en instandhoudingswerken moet de
gastoevoer altijd worden afgesloten en moet de stekker
altijd uit het stopcontact worden getrokken.
· De veiligheidsvoorzieningen mogen niet worden over-
brugd of geblokkeerd.
Algemene instructies
- Het toestel mag enkel door personen worden bediend
die een opleiding hebben gekregen om met het toestel
en met vloeibaar gas om te gaan.
- Bij de werking van het toestel moeten principieel alle
geldende richtlijnen van de verschillende landen en
staten worden nageleefd.
Een voorbeeld voor Duitsland:
- Feuerungsanlgeverordnung (FeuVo) (Besluit omtrent
verwarmingsinstallaties van de verschillende
deelstaten).
- Unfallverhütungsvorschrift (UVV) „Heiz-, Flamm- und
Schmelzgeräte für Bau- und Montagearbeiten (VBG43)
(voorschrift voor ongevalpreventie „verwarmings-,
vlam- en smelttoestellen voor bouw- en
montagewerken")
- Unfallverhütungsvorschrift (UVV) „Verwendung von
Flüssiggas" (VBG 21) (voorschrift voor
ongevalpreventie „gebruik van vloeibaar gas")
- Arbeitsstättenrichtlinie (ASR 5) (Richtlijn voor
werkplaatsen)
- Arbeitsstättenverordnung (besluit voor werkplaatsen)
§§ 5 en 14
- Het toestel mag enkel in ruimten worden gebruikt,
indien
- er voldoende luchttoevoer is voor de verbranding
- er een goede toe- en afvoer van lucht is, en
- de concentraties aan schadelijke stoffen in de in te
ademen lucht niet schadelijk zijn voor de gezondheid
- Er is een goede toe- en afvoer van lucht wanneer b.v.
1. de inhoud van de ruimte in m
komt met de 30-voudige nominale warmte-
belasting in kW van alle draaiende toestellen die
zich in die ruimte bevinden en er een natuurlijke
luchtverversing door deuren en vensters is.
2. er in de omgeving van het plafond en de vloer
altijd open verluchtingsopeningen zijn voor de toe-
en afvoerlucht, waarvan de grootte in m
ste overeenkomt met 0,003 keer de nominale
warmtebelasting in kW van alle draaiende toestel-
len die zich in die ruimte bevinden.
- Voor alle EU-landen is een uniforme aansluitingsdruk
voor toestellen van 1,5 bar (1500 mbar) van de
categorie I3B/P noodzakelijk.
Men mag absoluut niet onder of boven deze
aansluitingsdruk gaan.
- Bij het gebruik van langere leidingen moet rekening
worden gehouden met het overeenkomstig drukverlies.
1 3 1 3 1 3 1 3 1 3
3
tenminste overeen-
2 tenmin-