5. Er verschijnt een korte wismelding ("- - -").
6. Druk binnen 3 seconden opnieuw op "CAL".
7. Het percentage van het gemeten vermogen ten opzichte van het ideale vermogen wordt
weergegeven.
8. Als de meting gestabiliseerd is, drukt u nogmaals op "CAL".
Hoofdstuk 8 Foutopsporing
Het menu voor foutenopsporing Troubleshooting biedt een serie instrumenttesten en wordt gebruikt
voor de kalibratie van de barometrische sensor en de externe druksensor (indien van toepassing).
Als de analyser niet correct functioneert, niet kalibreert of onlogische meetwaarden weergeeft,
gebruik dan het menu Troubleshooting om te controleren of het instrument correct geconfigureerd is
voor de toepassing en of de bedieningsomstandigheden goed zijn. Het instrument moet aangesloten
zijn op een pc en in de meet-mode staan om de testen uit te voeren.
8.1 Testen van de seriële verbinding
Normaal gezien waarschuwt het systeem de operator als een (seriële) RS-232- of RS-485-verbinding
losgekoppeld is. U kunt laten bevestigen of de verbinding goed is met het commando Serial Link
Test door een testbericht te laten "echoën" via het instrument. Voer tekstkarakters in in het veld Text
to be sent en klik op Send. Als de seriële verbinding goed functioneert, dan geeft het instrument
dezelfde tekst opnieuw weer in het veld 'Echo'.
8.2 Testen van het toetsenbord
Kies Keyboard Test in het menu Troubleshooting om de toetsen op het instrument te controleren.
Het volgende dialoogvenster verschijnt om de toetsen op het instrument te testen. Druk gedurende
één seconde op een willekeurige toets op het instrument; het bijbehorende vierkantje op het scherm
moet zwart worden.
8.3 Testen van het display
Kies het commando Display Test om het LCD-display van het instrument te controleren. Typ in het
veld Number een cijfer in, met of zonder komma, en kies de meeteenheid die u wilt weergeven. Klik
op Send om deze test naar het instrument te versturen. In het LCD-display van het instrument
moeten nu het ingevoerde cijfer en het markeerstreepje verschijnen.
8.4 Testen van de alarmen
Als de alarmuitgangen aangesloten worden op de apparatuur van de gebruiker zelf, dan is het
handig om de aansluitingen te controleren met een testsignaal. Kies Low Alarm, High Alarm of
System Alarm om de relais te testen en klik vervolgens op Activate. Het gekozen relais wordt
ingeschakeld en de bijbehorende contacten zorgen voor een testsignaal. Kies None en klik
vervolgens op Activate als u wilt controleren of de alarmcontacten ingesteld staan op "No alarm". Klik
op Cancel om alle ingeschakelde relais te resetten en dit testvenster af te sluiten.
8.5 Testen van de analoge uitgang
Kies Analog Output Test om de analoge uitgang van het instrument te testen. Als dit commando
gekozen is, kan een uitgangstest uitgevoerd worden van de analoge uitgangsaansluitingen van het
instrument. Kies 0/4 mA, 10/12 mA of 20 mA om het analoge niveau voor de uitgangstest te kiezen.
Klik vervolgens op Activate om de gekozen stroom toe te passen op de analoge uitgang.
8.6 Klokinstellingen
Kies Clock Settings om de datum en de tijd van het instrument in te stellen. In het eerste scherm
worden de huidige datum en tijd weergegeven. Als deze kloppen, kies dan OK; als de datum of de
tijd gewijzigd moet worden, kies dan Modify. Geef de juiste datum en tijd op en klik op OK om de
nieuwe gegevens op te slaan. Alle metingen worden met datum en tijdstip opgeslagen als ze
gedownload worden naar de ATEX 3660-software.
234 Nederlands