1. Wat is wat?
Daar deze handleiding voor verscheidene modellen gelijk is, kunnen er verschillen zijn tussen uw machine en de afbeeldingen. Pas de aanwijzingen
toe die op uw machine van toepassing zijn.
1. Gashendel; hendel wordt bediend met vinger(s) om snelheid van
motor te regelen.
2. Gashendel-vergrendeling (arrêteer- / veiligheidshendel) ; voorkomt
het onbedoeld bedienen van de gashendel; moet aan worden
getrokken om gas te kunnen geven.
3. Contactschakelaar; om de motor te kunnen starten en stoppen.
4. Olietankdop; om de olietank te openen en sluiten.
5. Starthendel: Trek aan het startkoord om de motor te starten.
6. Voorste handvat; handvat aan de voorzijde van het motorhuis.
7. Brandstoftankdop; om de brandstoftank te openen en sluiten.
8. Choke-hendel; om het brandstof-luchtmengsel in de carburateur te
verrijken, als starthulp.
9. Startgas; om extra brandstof te leveren, als starthulp.
10. Zwaard: het gedeelte dat de ketting steunt en geleidt.
11. Zaagketting: ketting die als zaagwerktuig dient.
12. Kettingrem (voorste handvatbeugel); om de ketting te stoppen of te
blokkeren.
13. Bevestigingspunt; gedeelte aan zaag om hem mee op te
hangen/tillen met een veiligheidskoord, karabijnhaak of touw.
14. Schorssteun (optie): om als scharnier te functioneren tegen een
boom of stam.
15. Kettingvanger; om de losse ketting op te vangen.
16. Zaagbladbescherming; om het zwaard en de ketting af te schermen
als de machine niet in gebruik is.
17. Combisleutel; gereedschap om de bougie los en vast te draaien en
de ketting te spannen.
18. Handleiding; hoort bij de machine. Lees handleiding voor gebruik en
berg op om later te kunnen raadplegen voor de juiste, veilige
zaagtechniek.
NL-4