Veiligheidsinstructies
De firma OASE heeft dit apparaat gebouwd volgens de huidige stand der techniek en de bestaande
veiligheidsvoorschriften. Toch kan dit apparaat gevaren opleveren voor personen en goederen, indien deze op
onoordeelkundige c.q. ondoelmatige wijze gebruikt worden of als de veiligheidsinstructies niet worden opgevolgd.
Kinderen en jongeren onder de 16 jaar alsook personen, die mogelijke gevaren niet kunnen inschatten of die niet
op de hoogte zijn van de inhoud van deze gebruiksaanwijzing, mogen dit apparaat om veiligheidsredenen niet
gebruiken!
Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig! Als u het apparaat verkoopt, moet u de gebruiksaanwijzing ook aan de
nieuwe eigenaar geven. Alle werkzaamheden met dit apparaat mogen uitsluitend verricht worden als ze conform de
onderhavige handleiding zijn.
De combinatie van water en elektriciteit kan in geval van een niet volgens de voorschriften gemaakte aansluiting of
onoordeelkundig gebruik levensgevaarlijk zijn.
Het apparaat mag niet in het water of onder water en alleen met de meegeleverde transformator gebruikt worden. De
transformator moet minstens 2 m van de vijverrand vandaan op een droge plaats neergezet worden die niet kan
overstromen. Maak de behuizing van het apparaat of onderdelen daarvan nooit open, als daar in de gebruiksaanwijzing
niet uitdrukkelijk op gewezen wordt. Vergelijk de elektrische gegevens van de stroomtoevoer met het typeplaatje op de
verpakking c.q. op het apparaat. Als u vragen of moeilijkheden mocht hebben, neem dan voor uw eigen veiligheid contact
op met een vakkundig elektricien! Leg de aansluitkabel zodanig dat hij beschermd is en dat beschadigingen dus
uitgesloten zijn. Gebruik alleen kabels die goedgekeurd zijn voor gebruik buitenshuis. Bescherm de contactdoos tegen
vocht.
Ingebruikname
Houdt u zich eerst aan de volgende instructies: Voordat u het apparaat inschakelt, moet u eerst de luchtslang er op
aansluiten. De sproeistenen moeten ca. 30 cm onder het wateroppervlak worden aangebracht. Houd de luchtslangen
tevens zo kort mogelijk. Leg de aansluitleiding zodanig dat zij goed beschut ligt en sluit de transformator op een
contactdoos aan. Na een korte opstarttijd komt er lucht uit de sproeistenen.
Elektrische aansluiting
De elektrische aansluiting mag volgens de EVU en de VDE uitsluitend gemaakt worden door een hiertoe bevoegde
vakman. Voor alle installaties geldt de VDE 0100 deel 702. Afwijking van de nominale spanning +6% en -10%. Alle
vermogensgegevens vindt u op het typeplaatje. Alle werkzaamheden aan het apparaat dienen in stroomloze toestand te
worden verricht.
Reinigen
Zet eerst de stroomtoevoer uit en beveilig het apparaat tegen opnieuw inschakelen. Als het vermogen minder wordt, moet
u de luchtinlaatopening in de bodem van de behuizing schoonmaken.
Niet-slijtvaste onderdelen
De membranen zijn niet-slijtvaste onderdelen en vallen niet onder de garantie.
De membranen vervangen
De membranen moeten af en toe worden vervangen. Vervang deze altijd uitsluitend paarsgewijs links en rechts.
Trek eerst de stekker uit het stopcontact en beveilig het apparaat tegen opnieuw inschakelen. Verwijder de kap door de
schroeven aan de onderzijde van het apparaat (A) los te draaien. Trek aan de linker en de rechter zijde de
verbindingsslang van de pompkop af (B). Til het motorblok (C) omhoog en verwijder de met vier schroeven bevestigde
membraankamer (D). Als u de schroef hebt losgedraaid en de steunschijf (E) hebt verwijderd, kunt u de membraan
vervangen. Zorg er tevens voor dat alles correct ingebouwd is (let op de vorm).
Zet het apparaat in omgekeerde volgorde weer in elkaar en neem het opnieuw in gebruik.
Bewaren/overwinteren
Neem de luchtslang uit het water en maak deze schoon. Controleer het apparaat op eventuele beschadigingen en
bewaar het vorstvrij.
Tot afval verwerken
Het apparaat dient volgens de nationale wettelijke bepalingen tot afval te worden verwerkt. Neem voor vragen contact
met uw vakhandel.
Storingen
Storing
Het apparaat loopt niet
Apparaat pompt geen lucht
Onvoldoende pomphoeveelheid
Oorzaak
- Geen netspanning
- Transformator defect
- Membranen defect
- Regelventiel verkeerd ingesteld
- Ventielen verontreinigd
- Membraan defect
- Te veel verlies in de toevoerleidingen
- Regelventiel verkeerd ingesteld
Oplossing
- Netspanning controleren
- Transformator vervangen
- Membranen (6) vervangen, ventilatieopeningen (1)
reinigen
- Instelling controleren
- Reinigen
- Membraan (6) vervangen
- Slang (4 en 5) op min. inkorten
- Instelling controleren
NL
9