Verstek-instellingen, Afb. 3
Het verstek vierkant kan van 0° tot 45° ingesteld worden.
Draai de verstek-verstelschroeven (8) aan beide kanten
los, stel de gewenste verstek-instellingen in op de schaal
(9) en draai beide schroeven vast.
Het zaagblad vervangen, Afb. 4, 5, 6
Waarschuwing: Zet de machine uit en haal de stekker uit het
contact voordat u het zaagblad vervangt
1 Druk op de insteektrekker (3), breng het zaagblad
naar de zaagvervangingspositie (Afstelschroef voor de
diepte van de snede moet op 25mm worden afgesteld)
en plaats de zeskantige sleutel in de sluitschroef van
het blad (17).
2 Duw op het slot voor de as (13) en draai het zaagblad
(10) tot het slot op zijn plaats klikt.
3 Druk de borgschacht (13) naar beneden en draai de
bladborgschroef (17) tegen de wijzers van de klok in
open en houd hierbij het blad in debladinstelpositie.
4 Verwijder de buitenste flens (16) en het zaagblad (10).
(Let op: risico op blessures, draag beschermende hand-
schoenen)
5 Plaats het nieuwe zaagblad en flens.
6 Schroef de borgschroef van het zaagblad vast terwijl u
het slot voor de as ingedrukt houdt.
7 Plaats de insteekzaag in zijn oorspronkelijke positie.
Instellen van de splits-wig, Afb. 7
Pas de afstand tussen het zaagblad en de splits-wig aan na
de vervanging van het zaagblad, of wanneer dat nodig is.
Plaats het zaagblad in dezelfde positie als wanneer u het
zaagblad vervangt.
Draai de instelschroef (18) los met een inbussleutel en
stel de spits-wig 2-3 mm hoger in dan het zaagblad, en
draai de instelschroef vervolgens terug vast.
GEBRUIK
Nadat u alle bovenstaande procedures uitgevoerd heeft,
kunt u beginnen snijden.
Let op: Houd uw handen steeds uit de buurt van het snij-
gebied en probeer de machine niet te benaderen wanneer
het in werking is.
Het apparaat in-en uitschakelen, Afb. 1
Om de inval-cirkelzaagmachine in te schakelen, duwt u
op de aan/uit schakelaar (4). Voor het uitschakelen de
in-/uitschakelaar (4) loslaten.
Besturing en onderhoud van de inval-cirkelzaagmachine,
Afb. 8
1 Zet het werkstuk vast zodat het niet verplaatst kan
worden tijdens het zagen.
2 Beweeg de zaag enkel voorwaarts.
3 Houd de zaag stevig met beide handen vast en zorg
ervoor dat u één hand op de handgreep en de andere
hand op de voorste handgreep heeft.
4 Bij het gebruik van een geleiderail, moet deze vast
gemaakt worden met klemmen.
5 Zorg ervoor dat het netsnoer zich niet in de zaagrich-
ting bevindt.
Zagen
1 Plaats het voorste deel van de machine op het werk-
stuk.
2 Schakel de machine aan met de aan/uit schakelaar (4).
3 Druk op de inval-trekker (3).
4 Duw de zaag naar beneden om de zaagdiepte te be-
reiken.
5 Duw de zaag gelijkmatig naar voren.
6 Na het afronden van het zagen, schakelt u de machine
uit en zet u het zaagblad omhoog.
Inval-snede, Afb. 9
1 Plaats de zaag op het werkstuk.
2 Plaats de indicator voor het snijden met de achterste
pijl (A) op de gemarkeerde inval positie.
3 Schakel de machine aan en duw de zaag naar beneden
tot u de ingestelde zaagdiepte bereikt.
4 Beweeg de zaag naar voren tot de indicator voor het
snijden (C) het aangeduide punt bereikt.
5 Na het afronden van de inval-snede, zet u het zaagblad
omhoog en schakelt u de machine uit.
Snijden met rails
1 Plaats de machine in de geleiderails. U kan aanpas-
singen aanbrengen met de sleutel die bijgeleverd werd,
indien de instelschroeven zichzelf los maken.
2 Schakel de machine aan met de aan/uit schakelaar (4).
3 Duw op de inval-trekker (3).
4 Duw de zaag naar beneden om de zaagdiepte te berei-
ken. Tijdens het eerste gebruik wordt de rubberen rand
afgezaagd, waardoor er bescherming tegen splinters is
tot aan het zaagblad.
5 Duw de zaag gelijkmatig naar voren.
6 Na het afronden van het zagen, schakelt u de machine
uit en zet u het zaagblad omhoog.
Zagen met afzuiging
Sluit de afzuigslang aan op de afzuigkoker - Ø 38 mm (12).
m Elektrische aansluiting
De geïnstalleerde elektrische motor is volledig bedraad en
klaar voor gebruik.
De aansluiting met het stroomvoorzieningssysteem van de
klant, en alle verlengsnoeren die gebruikt worden, moe-
ten voldoen aan plaatselijke voorschriften.
BELANGRIJKE OPMERKING:
De motor wordt automatisch uitgeschakeld in het geval
van overbelasting. De motor kan opnieuw ingeschakeld
worden na afkoeling tijdens een periode die kan variëren.
DEFECTE ELEKTRISCHE KABELS
Elektrische kabels lijden vaak isolatie-schade.
Mogelijke oorzaken zijn:
• Knelpunten bij aansluitkabels worden door raam-of
deuropeningen geleid.
• Knikken als gevolg van het onjuist bevestigen of plaat-
sen van de elektrische kabel.
• Beschadiging als gevolg van stappen of rijden over
de kabel.
39