Stap 5: het monteren van het stuur en de computer
Bevestig het stuur (3) met twee inbusbouten (17) en twee gegolfde sluitringen (13).
Verwijder de vier schroeven (16) aan de achterzijde van de computer (1).
Verbind de handpulskabels (4) met de computer (1).
Bevestig de computer (1) vervolgens op de beugel van de stuurbuis met vier schroeven (16).
Bevestig de afdekkap (7) met schroeven (8) en zelftappende schroeven (22).
Stap 6
Controleer of het apparaat correct is gemonteerd en draai alle bouten, schroeven en moeren stevig vast.
ONDERHOUD EN GEBRUIK
• Het apparaat dient regelmatig gecontroleerd te worden om lichamelijk letsel te voorkomen. Kijk
regelmatig of bouten en moeren goed zijn aangedraaid, of er beginnende scheuren ontstaan en of er
geen scherpe randen e.d. zijn wat tot lichamelijk letsel kan leiden.
• Defecte onderdelen dienen direct vervangen te worden. Indien dit niet direct mogelijk is, dient het
apparaat buiten gebruik gesteld te worden tot reparatie heeft plaatsgevonden.
• Reinig het apparaat met een vochtige doek, gebruik geen schurende of oplossende
reinigingsmiddelen.
• Dit product is ontworpen voor gebruik in een schone en droge omgeving. Vermijd opslag in een
extreem koude of vochtige plaats, daar dit kan leiden tot corrosie en andere gerelateerde
problemen die buiten onze verantwoordelijkheid vallen.
11