3.6 Kabelophanging
Het apparaat is zo vormgegeven dat de laadkabel direct
aan de behuizing kan worden opgehangen.
Afb.: 4. Kabelophanging
3.7 Stoptoets
Bij apparaten zonder autorisatie wordt het laden beëindigd
door licht de stoptoets in te drukken.
Afb.: 5. Stoptoets
3.8 Multifunctionele schakelaar
Bij apparaten zonder autorisatie (autostart) wordt het laad-
proces beëindigd door de multifunctionele schakelaar licht
in te drukken. Bovendien kunt u zowel de aardlekschake-
laar als de installatieautomaat bij een storing van buitenaf
weer inschakelen.
Afb.: 6. Multifunctietoetsen
3.9 RFID-kaart
Er kunnen maximaal 98 gebruikers via een individuele
RFID-kaart toegang tot een of meerdere apparaten krijgen.
Het inlezen van de laadkaart vindt direct op het apparaat
plaats.
De gebruikersdatabase (whitelist) kan als volgt worden
beheerd:
lokaal op het apparaat
via de Charge APP
centraal in de eMobility-Gateway (bij een netwerk)
in een backend-systeem
Afb.: 7. RFID-kaart
NL
9