9.4.
Bedrading van netvoeding en capaciteit van apparatuur
Waarschuwing:
•
Zorg ervoor dat de gespecificeerde draden gebruikt worden zodat geen externe kracht uitgeoefend wordt op de klemaansluitingen.
Wanneer de aansluitingen niet stevig bevestigd zijn, kan dit verhitting of brand veroorzaken.
•
Let er op dat u de juiste soort overstroombeveiligingsschakelaar gebruikt. De geproduceerde overstroom zou namelijk voor een deel uit
gelijkstroom kunnen bestaan.
Voorzichtig:
•
De omgekeerde phase van de L-leidingen (L1, L2, L3) kan worden gemeten (Error cord:4103), maar de omgekeerde phase van de L-
leidingen en N-leiding kan niet worden gemeten.
Sommige elektrische onderdelen kunnen worden beschadigd als er stroom komt te staan op verkeerd aangelegde bedrading.
•
Een installatieruimte kan de bevestiging van een aardlekschakelaar vereisen. Wanneer geen aardlekschakelaar is aangebracht, kan dit
elektrische schokken veroorzaken.
•
Gebruik alleen onderbrekingsschakelaars en zekeringen met de juiste capaciteit. Het gebruik van een zekering, draad en koperdraad met
een te grote capaciteit kan storingen van het apparaat of brand veroorzaken.
Schematisch diagram voor bedrading (Voorbeeld)
A
G
A Netvoeding (3 fasen, 4 aders) 380/400/415 Volt
B Draadonderbrekingsschakelaar (Aardlekschakelaar)
C Buitenapparaat
D Aarde
E Koelstofpijp
Thickness of Wire for Main Power Supply and On/Off Capacities
Minimale draaddikte (mm
Hoofdkabel
Type
PQRY-P200
4,0
PQRY-P250
6,0
Draaddikte (mm)
Hoofd-
Aftak-
Type
kabel
king
BC-bedienings-
eenheid
1,5
1,5
Binnenapparaat
1. Gebruik voor de warmtebroneenheid, het binnenapparaat en de BC-besturingseenheid gescheiden stroomvoorzieningen.
2. Houd bij het aanbrengen van bedrading en verbindingen rekening met de plaatselijke omstandigheden (plaatselijke temperatuur, direct
zonlicht, regenwater enzovoort).
3. De aangegeven draadgrootte is het minimum voor metalen bedrading. Het elektriciteitssnoer moet 1 orde dikker zijn in verband met
voltageverlies. Zorg ervoor dat het voltage van de stroomvoorziening niet meer dan 10% daalt.
4. De bedrading moet voldoen aan de plaatselijke eisen.
5. De elektriciteitssnoeren voor onderdelen van apparaten die buiten worden gebruikt, mogen niet lichter zijn uitgevoerd dan flexibel snoer
met polychloropreen omhulsel (ontwerp 245 IEC57). U kunt bijvoorbeeld YZW-bedrading gebruiken.
116
B
C
E
B
I
2
)
Schakelaar (A)
Aftakking
Aarde
Capaciteit
–
4,0
32
–
6,0
40
Schakelaar (A)
Aarde
Capaciteit
Zekering
1,5
16
16
D
F
I
I
F BC-bedieningseenheid
G Netspanning (enkele fase) 220/230/240 Volt
H Trekdoos
I Binnenapparaat
Onderbrekings-
schakelaar voor
bedrading
Zekering
(NFB)
32
40 A
40
40 A
Onderbrekings-
schakelaar voor
Aardlekschakelaar
bedrading
20 A
20 A 30 mA 0,1 s of minder
H
I
Aardlekschakelaar
30 A 100 mA 0,1 s of minder
40 A 100 mA 0,1 s of minder