VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR DECOUPEERZAGEN
• Houd u naast deze machinespecifieke veiligheidsvoorschriften altijd aan de veiligheidsvoorschriften van de gebruikte
decoupeerzaag.
• Werk niet met een beschadigde decoupeerzaag.
• Voorkom overbelasting van de decoupeerzaag.
• Let erop dat u het spleetinzetstuk voor decoupeerzagen correct plaatst.
• Zorg ervoor dat het decoupeerzaagblad tijdens het zagen altijd uit het materiaal steekt.
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR KAP- EN VERSTEKZAGEN
• Houd u naast deze machinespecifieke veiligheidsvoorschriften altijd aan de veiligheidsvoorschriften van de gebruikte
kap- en verstekzaag.
• Werk niet met een beschadigde kap- en verstekzaag en gebruik geen botte of beschadigde zaagbladen.
• Ondersteun lange werkstukken aan de afnamekant om gevaarlijke situaties door ongecontroleerd kantelen te voorkomen.
• Monteer de kap- en verstekzaag met het meegeleverde bevestigingsmateriaal volgens de instructies in deze handleiding.
LET OP! GEBRUIK ALS FREESTAFEL UITSLUITEND IN COMBINATIE
MET DE PARALLELLE FREESAANSLAG, ART.NR 6901000,
VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR BOVENFREZEN
• Houd u naast deze machinespecifieke veiligheidsvoorschriften altijd aan de veiligheidsvoorschriften van de gebruikte
bovenfrees.
• Wees er altijd op bedacht dat u bij het frezen onverwachts de controle over het werkstuk kunt verliezen en dat er een terugslag
kan optreden.
• Gebruik de machinetafel niet voor boogfrezen!
• Voer freeswerkzaamheden daarom alleen uit met de als hulpstuk leverbare parallelle freesaanslag (art.-nr. 6901000) om terugslag
en aanraking van de frees met de hand te voorkomen.
• Neem de originele handleiding van de parallelle freesaanslag (art.nr. 6901000) in acht voor een correcte montage.
• Gebruik geen bovenfrezen met meer dan 1800 W en meer dan 230 V.
• Gebruik geen frezen met een diameter van meer dan 27 mm!
• Het is van belang dat de aanvoerbeweging uitsluitend tegengesteld aan de draairichting van de frees mag plaatsvinden.
• Kies de meegeleverde afstandsringen, afgestemd op het formaat van het freesgereedschap. Om veilig te kunnen werken, moet een
zo klein mogelijke afstandsring worden gebruikt.
• Gebruik uitsluitend scherp, goed onderhouden en volgens de voorschriften van de gereedschapsfabrikant ingesteld freesgereedschap.
• Schenk bij de gebruikte apparaten en het gereedschap aandacht aan de gegevens over min.-/max.- -toerental en draairichting die
op het product, de verpakking of in de handleiding staan vermeld.
• Houd er rekening mee dat verkeerd gebruik van het freesgereedschap, het werkstuk en de voorzieningen voor de werkstukgeleiding
tot een gevaarlijke situatie kan leiden.
• Houd uw handen uit de buurt van het freesgereedschap tijdens het frezen aan de aanslag.
• Gebruik indien mogelijk bij het frezen de tafelaandrukschoenen als extra steun bij de parallelle freesaanslag.
• Ondersteun lange werkstukken aan de afnamekant om gevaarlijke situaties door ongecontroleerd kantelen te voorkomen. De steun
moet stabiel staan en dezelfde hoogte hebben als de machinetafel, bijv. de rolbok (art.nr. 6102300).
• Bewerk uitsluitend werkstukken die door hun formaat en gewicht door één persoon veilig vastgehouden en geleid kunnen worden.
• Kies het juiste toerental dat geschikt is voor het gereedschap en het werkstuk. In de handleiding van uw bovenfrees vindt u exacte
gegevens met betrekking tot het toerental.
• Houd u aan de maximale werkstukafmetingen (zie de technische gegevens).
L
67