Inbedrijfstelling; Batterijen Inzetten; Locatie Kiezen - TFA 35.1088 Instructions D'utilisation

TFA_No_35.1088_Anleit_neu 12.03.2009
Meteotime Star
– Weerinfosysteem
9. Ontvangstindicator voor Meteotime signaal
10. Temperatuur/luchtvochtigheid binnen/buiten
11. Weersprognose dag 2, 3 + 4
12. Ontvangstindicator voor weergegevens dag 2, 3 + 4
13. Temperatuur maximaal (dag)/ minimaal (nacht) dag 2, 3 + 4
14. Informatievenster
Tijd + datum
Stad
Zonsopgang/-ondergang
Kritische weerstoestanden
Toetsenbediening
SET
• Keuze van de stad tijd + datum
• Houd [ SET ] 3 seconden ingedrukt om volgende instelling te kiezen <1> land, <2> tijdzone, <3>
taal, <4> contrast van het LCD-scherm
DAY/NIGHT
• Informatie over kritische weerstoestanden
• Waarde tijdens het instellen verhogen
• Een van de ingestelde steden kiezen
• Waarde tijdens het instellen verlagen
• Een van de ingestelde steden kiezen
MEM
• Gemeten maximum- en minimumtemperatuur weergeven
• Houd [ MEM ] 3 seconden ingedrukt om het max. en min. geheugen te wissen.
TEST √
• De geschikte standplaats met goede ontvangst voor het weerstation zoeken
• Stad aan uw persoonlijke geheugenlijst toevoegen OF stad uit uw persoonlijke geheugenlijst ver-
wijderen
• Naam van de stad bewerken
IN/OUT
• Overschakelen tussen weergave thermo-hygrometer binnen
• Houd [ In/Out ] 3 seconden ingedrukt om het signaal van de buitensensor te zoeken.
Behuizing Fig. 2
B1: Wandophanging
B2: Batterijvak
B3: Standaard (uitklapbaar)
2.2. Zender Fig. 3
C1: Weergave overdracht LED
C2: Houder voor wandophanging
C3: Batterijvak
32
14:25 Uhr Seite 17
zonsopgang & zonsondergang
voorspelling overschakelen van dag naar nacht
thermo-hygrometer buiten
Meteotime Star
– Weerinfosysteem

3. Inbedrijfstelling

3.1 Batterijen inzetten

• Open het batterijvak van de zender (vastgeschroefd) en ontvanger en leg de toestellen op een
afstand van ca. 1,5 meter van elkaar op een tafel. Vermijd de nabijheid tot eventuele stoorbronnen
(elektronische toestellen en radiogestuurde installaties).
• Plaats de 2 x AA 1,5 V batterijen in het batterijvak van de zender en direct daarna 2 x AA 1,5 V
batterijen in het basisstation. Let bij het inzetten van de batterijen op de juiste polariteit.
3.2 Tijd ontvangen
• Tijd en datum verschijnen binnen enkele minuten.
Ontvangstindicator voor generator van radiotijdsignaal:
Symbool knippert Eerste ontvangst van datum en tijd
Symbool aan Huidige tijd en datum
Symbool uit Tijd en datum niet geactualiseerd
3.3 Buitenzender ontvangen
• De meetgegevens van de buitenzender worden naar het basisstation gestuurd zodra de tijd werd
ontvangen. Het zoeksignaal knippert . Druk eventueel op [ IN/OUT ] om naar de weergave van
buitentemperatuur en -luchtvochtigheid over te schakelen.
• " - - °C - - rH%" verschijnt op het scherm als geen buitenwaarden werden ontvangen. Contro-
leer de batterijen en start nog een poging. Verwijder eventuele stoorbronnen.
• U kan de initialisering ook handmatig starten: Houd [ IN/OUT ] 3 seconden ingedrukt tot het zoek-
signaal knippert . Druk dan de „RESET" toets in het batterijvak van de zender met een puntig
voorwerp, om de meetwaarden handmatig over te dragen (bijv.: om te testen of in geval de zen-
der verloren gegaan is).
• Werd het signaal weer ontvangen, verschijnt het buitensignaal
3.4 Weergegevens ontvangen
• Transmissie van grote databestanden voor de weersvoorspelling duurt veel langer: het station
heeft na het opstarten 24 uur nodig om alle data te ontvangen.
Ontvangstindicator van weerdata:
Symbool Weerdata compleet ontvangen
Symbool Weerdata incompleet

3.5 Locatie kiezen

• Net als bij een draadloos telefoonnetwerk of radio/tv-ontvangst kan het mogelijk zijn dat de ont-
vangst van de radiotijd niet op alle locaties perfect is. Hieronder volgen een aantal tips om ervoor te
zorgen dat uw toestel zonder problemen werkt.
3.5.1 Ontvangsttest
• De locatie van het weerstation is van groot belang. Met het oog hierop kan de ontvangstkwaliteit
in de omgeving gecontroleerd worden met de nieuwe testfunctie, zodat het toestel kan worden
opgesteld op de plek met de beste ontvangst.
• Schakel alle potentiële storingsbronnen in (b.v. televisies) in de omgeving waar het station getest
wordt!
• Installeer het toestel op de gewenste plek en in de gewenste richting, maar op zijn minst één
meter uit de buurt van een mogelijke storingsbron.
.
33