F
GB
D
GEBRUIK (AFB. 1-9)
Het verdient aanbeveling om na elke wijziging van de
instellingen eerst te controleren of deze wel juist zijn door
een proefstuk te zagen.
Gebruik als tafelcirkelzaag
Zet de zaagmachine om in de "tafelcirkelzaag"-stand.
Wees voorzichtig bij het aanzagen.
Aan/uit-schakelaar (4) (afb. 2)
Druk op de groene knop om de zaagmachine aan te
■
zetten. Wacht tot het zaagblad zijn maximumsnelheid
heeft bereikt, voordat u met zagen begint.
Druk op de rode knop om de zaagmachine uit te zetten.
■
In de lengte zagen (schulpen) (afb. 5)
Zet de instelknop voor de hoekstand van de steun
■
van de parallel- en verstekgeleider (25) los en plaats
de steun van de parallelgeleider (18) op 90°.
Zet de instelknop (25) weer vast.
Schuif de steun van de parallelgeleider (18) van rechts
■
naar links in de voorste gleuf van de boventafel (16).
Draai de twee spanschroeven (26) los. Schuif de
■
parallelgeleider (27) naar voren totdat hij voorbij het
midden van het zaagblad is gekomen en zet de
geleider in die stand vast door de schroeven (26)
weer aan te draaien.
Gebruik de schaalverdeling (a) op de boventafel (16)
■
om de steun van de parallelgeleider (18) op de
gewenste zaagbreedte in te stellen en zet de steun
met de stelschroef (28) vast.
Druk op de groene knop om de zaagmachine aan
■
te zetten.
Schuif het werkstuk langzaam en nauwkeurig langs
■
de parallelgeleider (27) in de richting van het
zaagblad (5).
De bovenste zaagbladbeschermkap (17) gaat vanzelf
■
open bij aanraking met het werkstuk.
LET OP
Als u een werkstuk zaagt dat smaller is dan
120 mm, is het absoluut noodzakelijk om het
duwhout (29) te gebruiken om het werkstuk door
te voeren in de zaagzone (afb. 6).
Als u een werkstuk zaagt dat smaller is dan
30 mm, is het absoluut noodzakelijk om het
duwblok (b) te gebruiken om het werkstuk door
te voeren (afb. 7). Opgelet: de zaagmachine
wordt zonder duwblok geleverd!
NL
E
I
P
S
DK
N
FIN
Nederlands
Schuif het werkstuk altijd helemaal door tot aan het
■
verste einde van het spouwmes (30) (afb. 8).
Na afloop van het zagen sluit de bovenste zaagblad-
■
beschermkap (17) automatisch om het zaagblad (5)
af te dekken.
Zet de zaagmachine uit.
■
BELANGRIJK
Ondersteun lange werkstukken (met behulp van
een rolbok bijvoorbeeld) om te voorkomen dat
deze aan het einde van het zagen kantelen.
Verstekzagen (afb. 9)
Schuif de steun van de parallel- en verstekgeleider (18)
■
van rechts naar links in de zijgleuf van de boventafel
(16).
Draai de stelschroef van de zaagbreedte (28) zo vast
■
aan dat er weinig speling overblijft als de steun van
de verstekgeleider (18) in de gleuf van de boventafel
(16) glijdt.
Zet de instelknop voor de hoekstand van de steun
■
van de verstekgeleider (25) los en plaats de steun
(18) onder de gewenste hoek en zet deze in de
gekozen stand vast.
Draai de twee spanschroeven (26) los en schuif de
■
verstekgeleider (27) zo ver naar links dat deze de
bovenste zaagbladbeschermkap (17) niet meer kan
aanraken als deze naar voren worden verplaatst.
Draai de schroeven (26) weer vast.
Zet de zaagmachine aan.
■
Druk het werkstuk stevig tegen de parallelgeleider
■
(27) en schuif het geheel (dus ook de steun van de
zaaggeleider (18)) in de richting van het zaagblad om
met zagen te beginnen.
Nadat de zaagsnede klaar is, zet u de zaag uit.
■
Gebruik als verstekzaag (afb. 1-3, 10-13)
Zet de zaagmachine om in de positie "verstekzaag".
Instellingen (afb. 1-3)
De zaagkop kan maximaal 45° naar links worden
■
gekanteld door de afschuinblokkeerknop los te draaien.
De draaitafel (8) kan van -45° tot +45° worden
■
verdraaid door de draaitafelvergrendelknop (10) los te
zetten en op de ontgrendellip (14) te drukken.
Drukschakelaar (afb. 1)
Druk op de drukschakelaar (3) om de zaagmachine aan
te zetten. Houd de drukschakelaar tijdens het zagen de
hele tijd ingedrukt.
53
GR
H
CZ
RUS
RO
PL