d) Gebruik van het interne relais
Het relais dat zich in de "FHT 8W" bevindt schakelt steeds in functie van de warmtebehoefte.
Als er geen nood is aan warmte, staat het relais in de ruststand, d.w.z. dat de contacten staan zoals
afgebeeld op het volgende schema de bestukkingsafdruk van de printplaat. Als er nood is aan warmte,
trekt het relais aan.
KL2
REL1
Het gebruikte relais beschikt over met goud bedekte contacten, die beter ebstand zijn tegen
afzettingen van vreemde stoffen en ook het op lange termijn stabiel schakelen van lage spanningen
toelaten, zoals ze bij veel stuuringangen worden gebruikt.
De maximale belastbaarheid van het gebruikte relais is beperkt tot 8A.
Indien een door het net gevoede verbruiker rechtstreeks moet worden geschakeld,
dan moet worden gezorgd voor een geschikte zekering. In vele toepassingen kan dit
door de inwendige zekering van de verwarmingsinstallatie.
Voor zwaardere belastingen dan 8A moet een geschikt relais of een
schakelbescherming worden gebruikt.
In principe zijn er verschillende mogelijkheden, om het warmterelais op de verwarmingsinstallatie aan
te sluiten. De beste variante is beslist een geschikte stuuringang. Veel moderne ketelsturingen
beschikken over vrij configureerbare ingangen, die bijvoorbeeld in vakantiewoningen afstandsbediening
toelaten via een kiesapparaat. Deze ingang moet dan zo worden geprogrammeerd, dat de
verwarmingsinstallatie in de "Stand by-modus" geschakeld wordt, als er geen nood is aan warmte.
Een andere mogelijkheid bestaat hierin, de "FHT 8W" op de ingang van de afstandsbediening resp.
de kamerthermostaat te laten inwerken.
Een dergelijke ingang hebben haast alle ketelsturingen, ook oudere. Als er geen nood is aan warmte,
wordt de installatie van normaal bedrijf omgeschakeld naar dalend bedrijf.
Verder kan het relais natuurlijk ook direct in de toevoerleiding van de circulatiepomp worden
opgenomen. Toch is dit de minst interessante oplossing, omdat de ketel verder water opwarmt, maar
de warmte verder niet wordt afgevoerd. Om te beginnen wordt hierbij het energiepotentieel niet
volledig uitgeput, terwijl verder de ketelsturing op basis van het feit, dat de warmte niet wordt
afgenomen, ev. in storingstoestand kan vallen.
Nadere informatie over het aansluiten vindt u in het handboek resp. de installatiehandleiding van de
ketelsturing. Vraag in twijfelgevallen advies aan een verwarmingsmonteur!
Warmtebehoefte
Niet voorhanden
Voorhanden
Intern relais
71