5.1.4 Steunoppervlak
Onderstaande tekening geeft het steunoppervlak van de
ketel weer voor de uitvoering met de aansluitingen aan de
linkerzijde (standaard). Voor het steunoppervlak voor de
uitvoering met de aansluitingen aan de rechterzijde (bij
bestelling opgeven) kan deze tekening gespiegeld worden.
Aantal leden/
Nombre d'elements
13
2035
15
2345
17
2495
19
2645
Minimaal benodigd vloeroppervlak
Steunoppervlak ketel
Occupation du sol
Surface de support
Fig. 04 Steunoppervlak Remeha Gas 6002
5.2 Toepassingsvoorwaarden
5.2.1 Watertemperatuur
De maximale watertemperatuur bedraagt 110°C (ge slo ten
installatie). De maximale bedrijfstemperatuur be draagt
95°C. De minimale retourwatertemperatuur bedraagt 35°C
bij een ingestelde minimale belasting van 50% en 45°C
bij een ingestelde minimale belasting van 33%.
5.2.2 Waterdruk
De ketelleden worden ieder afzonderlijk onderworpen
aan een proefdruk van 12 bar. De ketels kunnen worden
toe ge past met be drijfs druk ken tussen 0,8 bar en 6 bar.
5.2.3 Watercirculatie
De waterdoorstroming door iedere ketelmodule is
begrensd tot een hoeveelheid overeenkomend met een
temperatuurverschil over de ketel van 45°C. Indien het
temperatuurverschil groter wordt dan 45°C wordt de betref-
fende moduleblokkerend uitgeschakeld (zie ook par. 7.5.3).
Zodra de waterdoorstroming weer voldoende is, komt de
module au to ma tisch weer in bedrijf.
A
B
C
mm
mm
mm
1342
240
1541
418
1740
318
1939
341
Remeha Gas 6002
5.1.4 Surface de support
Le plan ci-dessous représente la surface de support de
la chaudière pour l'exécution (standard) avec les raccords
situés à gauche. Pour une représentation de la surface de
support d'une chaudière avec les raccords situés à droite (à
indiquer à la commande), voir ce plan en image inversée.
Fig. 04 Surface de support Remeha Gas 6002
5.2 Conditions d'utilisation
5.2.1 Température de l'eau
La température de l'eau maximale est de 110°C (installation
fermée). La température de service maximum est de 95°C.
La température minimum de l'eau de retour est de 35°C
pour une charge minimale de 50% et 45°C pour une
charge minimale de 33%.
5.2.2 Pression d'eau
Les segments de la chaudière sont soumis chacun à
une pression d'essai de 12 bars. Les chaudières peuvent
être utilisées à une pression de service allant de 0,8 à
6 bars.
5.2.3 Débit d'eau
La circulation d'eau dans chaque module est limitée à
un débit correspondant à une différence de température,
entrée/sortie chaudière, de 45°C. Si la différence de tem-
pérature dépasse le maximum de 45°C, la module con-
cernant sera bloquée (voir également par. 7.5.3).
10