Table des Matières
Publicité
5.3.2 Eisen
Gezien de hoge rendementen van de Remeha Gas 6002,
zal bij rookgasafvoerleidingen in ongeïsoleerde uitvoering
en bij rookgasafvoerleidingen langer dan 7m in geï so leer de
uit voe ring, condensatie in de leiding kunnen optreden. In
dit geval dient voor een condensbestendig materiaal te
worden gekozen (star aluminium, star of flexibel roest vast -
staal of kunststof).
Alle horizontale gedeelten in de rookgasafvoer dienen dan
op afschot in de richting van de ketel te worden gelegd en
vlak boven de ketel dient een con den sop vang in rich ting
ge plaatst te worden. In plaats van een con den sop vang-
in rich ting is het ook mogelijk de ketel van een sifon
te voorzien (verkrijgbaar bij uw leverancier). In alle ge val-
len dient de toe te passen rookgasafvoerleiding qua con-
structie op naden en verbindingen lucht- en wa ter dicht of
naadloos te worden uitgevoerd.
Indien voeringkanalen in bouwkundige systemen worden
toegepast, dan dienen deze te worden vervaardigd uit
een luchtdichte, enkelwandige starre roestvast stalen of
aluminium constructie. Aluminium is toegestaan, mits er
geen contact is met het bouwkundige gedeelte van het
rookgasafvoersysteem.
Inspectie van het voeringkanaal moet mogelijk zijn.
Indien de ketel gesloten word uitgevoerd en de luchttoe-
voerleiding door verwarmde ruimten loopt (of een slecht
geventileerd ketelhuis) kan er zich bij lage buitentempe-
ratuur condens aan de buitenkant van de luchttoevoer-
leiding vormen. Men moet voorkomen dat dit condens in
de ketel loopt. Het dubbelwandig uitvoeren of het damp-
dicht isoleren van de luchttoevoerleiding, kan deze con-
densvorming voorkomen.
5.3.3 Open uitvoering
Fig. 05 Uitvoering rookgasafvoerleiding
Uitvoering rookgasafvoerleiding
1 = Rookgasafvoerleiding zonder bochten
2 = Rookgasafvoerleiding met 2 bochten 45°
3 = Rookgasafvoerleiding met 2 bochten 90°
4 = Rookgasafvoerleiding met haakse instroming en een
bocht 90°.
1
2
5.3.2 Exigences
Etant donné les rendements élevés en petite allure de
la Remeha Gas 6002, de la condensation se formera
toujours lors du raccordement à un conduit d'évacuation
de gaz de combustion non-isolée et lors du raccor-
dement à un conduit isolée de plus de 7 mètres de
longueur. En pareil cas, il convient d'opter pour un maté-
rieau résistant à la condensation (alu ou inox. lisse ou
inox. flexible). Tous les éléments horizontaux du conduit
d'évacuation de gaz de combustion doivent alors être
inclinés en direction de la chaudière au-dessus de laquel-
le un réceptacle de condensation doit être posé; il est
également possible de pourvoir la chaudière d'un siphon
(livrable par votre fourniseur). Les soudures et raccords
du conduit d'évacuation de gaz de combustion doivent
être réalises de telle façon qu'ils soient étanches à l'eau
et à l'air.
Si les conduits sont prévues dans une maçonnerie, il faut
qu'elles soient réalisées en construction d'aluminium ou
d'acier inoxydable étanche à l'air, simple paroi et rigide.
L'aluminium est permis, à condition qu'il n'y ait pas de
contact avec la maçonnerie, du système d'évacuation de
gaz de combustion. Il faut que l'inspection du conduit
reste possible.
Si la chaudière est faite en exécution 'ventouse' et que la
conduit d'admission d'air passe par des pièces chauffées
(ou par une chaufferie mal ventilée) il arrive que, en cas
de températures extérieures basses, de la condensation
se forme à l'extérieur de la conduit d'admission d'air.
il faut absolument éviter que cette eau de condensation
entre dans la chaudière. La construction en double paroi
ou l'isolation contre la vapeur de la conduite donnent la
solution
5.3.3 Exécution traditionnelle
3
4
Fig. 05 Exécution traditionnelle
Exécution du conduit d'évacuation des gaz brûlés
1 = Conduit sans coude
2 = Conduit avec deux coudes de 45°
3 = Conduit avec deux coudes de 90°
4 = Conduit avec raccordement à angle droit et un
coude de 90°.
13
Publicité
Table des Matières
