of corrosieve (zure) vloeistoffen in combinatie met het
product. Deze kan metalen onderdelen corroderen of
de tank en slang verzwakken.
■
Laat geen residu of sproeimateriaal in de sproeitank
nadat u het product hebt gebruikt. Reinig na elk gebruik.
■
Giet geen hete of kokende vloeistofen in de sproeitank.
Deze kan de slang of sproeitank verzwakken of
beschadigen.
■
Overvul de tank niet.
■
Controleer altijd op lekken. Als er worden aangetroffen,
corrigeert u deze voor u het product gebruikt.
■
Het sproeigebied moet goed zijn geventileerd.
■
Controleer altijd zowel de binnen- als buitenzijde van
het product voor elk gebruik.
■
Te sproeien vloeistoffen moet zo dun zijn als water.
Dikkere vloeistoffen sproeien niet goed.
■
Sproeistoffen kunnen worden voorgemengd en, indien
nodig, met behulp van een trechter in de sproeitank
worden gegoten.
OPMERKING: Wanneer u een andere meetcontainer dan
de maatbeker gebruikt of wanneer u een trechter gebruikt
om de tank te vullen, dient u de voorwerpen na gebruik
grondig te reinigen en spoelen. Wanneer u sproeimateriaal
voormengt, spoelt u de container die voor het mengen werd
gebruikt.
■
Sproei niet in de aanwezigheid van een vonk, vlam of
andere ontstekingsbron.
■
Sproei niet in de richting van mensen of dieren. Sproei
altijd in de richting van de wind.
■
Roken, eten of drinken verboden tijdens het gebruik
van het product.
■
Sproei niet in de onmiddellijk tegen de huid.
■
Laat de sproeistof niet in contact komen met de huid.
Als er contact optreedt, wast u onmiddellijk met zeep
en veel water.
■
Richt de sproeikop rechstreeks naar de planten of
voorwerpen die u wenst te besproeien.
■
Zorg ervoor dat het sproeimateriaal gericht is naar
een plaats die niet zal worden beschadigd door het
sproeimateriaal.
■
Vermijd
sproeien
op
sproeimateriaal
kan
op planten of voorwerpen die niet mogen worden
besproeid.
■
Houd de sproeistof weg van de ogen. Als de sproeistof
in contact komt met de ogen, wast u ze onmiddellijk met
schoon water uit. Als de irritatie aanhoudt, raadpleegt u
onmiddellijk medische hulp.
■
Het
product
kan
worden
sproeierhandvat dat zich in het krat bevindt of kan
uit het krat worden verwijderd en door de gebruiker
worden vastgehouden.
■
Gevaar voor elektrische schok. Sproei niet in de richting
van elektrische contactdozen.
■
Was uw handen en alle plaatsen waar huid aan de
spray werd blootgesteld, grondig.
■
Onderhoud het product. Controleer zowel de binnen- als
buitenzijde van het product zorgvuldig en inspecteer de
30 | Nederlands
winderige
dagen.
Het
per
ongeluk
terechtkomen
gebruikt
met
het
onderdelen voor elk gebruik. Controleer op gebarsten
en verouderde slangen, lekken, verstopte sproeikoppen
en ontbrekende of beschadigde onderdelen. Indien
beschadigd, laat u het product herstellen voor
gebruik. Veel ongevallen zijn veroorzaakt door slecht
onderhouden producten.
■
Verwijder de batterij uit het product voor u draineert,
reinigt of het product opslaat om ongewild starten te
voorkomen.
Een indicatie dat de machines zijn onderworpen aan
nationale eisen betreffende regelmatige controle door
de aangewezen instanties, zoals bepaald in Richtlijn
2009/128/EG van het Europees Parlement en de Raad
van 21 oktober 2009 dat een kader vaststelt voor
communautaire maatregelen met als doel duurzaam
gebruik van pesticiden.
HET MENGEN VAN DE SPROEIOPLOSSING
WAARSCHUWING
Meng de chemicaliën strikt volgens de instructies van de
producent. Onjuist mengen kan voor giftige dampen of
explosieve oplossingen zorgen.
■
Gebruik vloeibare chemicaliën voor plantenbestrijding
nooit onverdund.
■
Bereid de oplossing en vul de container altijd buiten of
in een goed geventileerde ruimte.
■
Bereid niet meer oplossing dan nodig is voor de
primaire taak, zodat er niets overblijft.
■
Meng verschillende chemicaliën niet, tenzij dit mengsel
is toegestaan door de fabrikant.
HET VULLEN VAN DE CONTAINER
■
Plaats de sproeier op een vlak oppervlak en vul de
container niet boven het aangegeven maximum.
■
Bij het vullen vanuit een centrale watervoorziening
moet het eind van de slang niet in de oplossing worden
geplaatst. Een plotselinge onderdruk in het systeem
zou ervoor kunnen zorgen dat de oplossing in de
watervoorziening wordt gezogen.
■
Voer voordat de container met de sproeioplossing wordt
gevuld een test uit met gewoon water en controleer alle
onderdelen van de sproeier op lekken.
■
Plaats de vuldop nadat u klaar ben met vullen en draai
hem stevig vast.
■
Hang een label aan het product waarop staat welke
chemicaliën zijn gebruikt.
TOEPASSING
■
Werk alleen in open of goed geventileerde ruimtes,
zoals open kassen.
■
Blaas het mondstuk of andere componenten nooit met
uw mond uit.
■
Voorkom
contact
plantenbestrijding en vervang kleding die is besmet met
chemicaliën voor plantenbestrijding onmiddellijk.
■
Sproei niet onder winderige omstandigheden.
■
Te
hoge
of
te
lage
met
chemicaliën
voor
druk
of
ongunstige