De functie voor automatisch uitschakelen
werkt niet.
Het apparaat is ingeschakeld. De functie voor het
automatisch uitschakelen wordt geactiveerd nadat het
apparaat is uitgeschakeld.
t Schakel het apparaat uit.
Radio-ontvangst
De zenders kunnen niet worden ontvangen.
Het geluid is gestoord.
• De aansluiting is niet juist.
t Sluit de bedieningskabel van de elektrische
antenne (blauw) of voedingskabel voor
accessoires (rood) aan op de voedingskabel van
de auto-antenneversterker (alleen als uw auto is
uitgerust met een FM/MW/LW-antenne in de
achter- of zijruit).
t Controleer de aansluiting van de auto-antenne.
t Als de automatische antenne niet uitschuift,
controleert u de aansluiting van de
bedieningskabel van de elektrische antenne.
Er kan niet worden afgestemd op
voorkeurzenders.
• Sla de juiste frequentie op in het geheugen.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
Er kan niet automatisch worden afgestemd op
zenders.
• De lokale zoekfunctie is niet correct ingesteld.
t Het afstemmen wordt te vaak onderbroken:
Stel "LOCAL-ON" in (pagina 51).
t Het afstemmen stopt niet bij een zender:
Stel "LOCAL-OFF" in (pagina 51).
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stem handmatig af.
Tijdens FM-ontvangst knippert de aanduiding
"ST".
• Stem nauwkeurig af op de frequentie.
• Het ontvangstsignaal is te zwak.
t Stel "MONO-ON" in (pagina 51).
Een stereo-uitzending van een FM-programma
wordt in mono weergegeven.
Het apparaat staat in de mono-ontvangststand.
t Stel "MONO-OFF" in (pagina 51).
RDS
SEEK begint na enkele seconden weergave.
De zender is geen TP-zender of heeft een zwak
signaal.
t Schakel TA uit (pagina 23).
Geen verkeersinformatie.
• Schakel TA in (pagina 23).
• De zender is een TP-zender, maar zendt toch geen
verkeersinformatie uit.
t Stem af op een andere zender.
PTY geeft "- - - - - - - -" weer.
• De huidige zender is geen RDS-zender.
• Er zijn geen RDS-gegevens ontvangen.
• De zender geeft het programmatype niet door.
60
Beeld
Er wordt geen afbeelding of een onduidelijke
afbeelding weergegeven.
• Het apparaat is niet goed aangesloten.
• Controleer de aansluiting van het aangesloten
apparaat en stel de bronkeuzeschakelaar in op dit
apparaat.
• Disc defect of vuil.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het apparaat onder een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• De monitor is aangesloten op de AUDIO/VIDEO
OUT-ingang en de parkeerkabel (lichtgroen) is niet
aangesloten op de schakelkabel van de handrem, of
de handrem wordt niet gebruikt.
• De instelling voor het kleursysteem is onjuist.
t Stel het kleursysteem in op "PAL" of "NTSC" op
basis van de aangesloten monitor (pagina 49).
De afbeelding past niet op het scherm.
Er wordt een vaste breedte-/hoogteverhouding op de
DVD gebruikt.
Geluid
Er is geen geluid/het geluid verspringt/het
geluid kraakt.
• Het apparaat is niet goed aangesloten.
• Controleer de aansluiting van het aangesloten
apparaat en stel de bronkeuzeschakelaar in op dit
apparaat.
• Disc defect of vuil.
• Het apparaat is niet goed geïnstalleerd.
t Installeer het apparaat onder een hoek van minder
dan 45° op een stabiele plaats in de auto.
• De bemonsteringsfrequentie van het MP3-bestand is
niet 32, 44,1 of 48 kHz.
• De bemonsteringsfrequentie van het WMA-bestand
is niet 32, 44,1 of 48 kHz.
• De bemonsteringsfrequentie van het AAC-bestand is
niet 44,1 of 48 kHz.
• De bitsnelheid van het MP3-bestand ligt niet tussen
48 en 192 kbps.
• De bitsnelheid van het WMA-bestand ligt niet tussen
64 en 192 kbps.
• De bitsnelheid van het AAC-bestand ligt niet tussen
40 en 320 kbps.
• Het apparaat staat in de pauzestand of er wordt terug-
/vooruitgespoeld.
• De instellingen voor de uitvoer zijn niet juist.
• Het DVD-uitvoerniveau is te laag (pagina 29).
• Het volume is te laag.
• De ATT-functie is ingeschakeld of de Telephone
ATT-functie (als de interfacekabel of een
autotelefoon is aangesloten op de ATT-kabel) is
ingeschakeld.
• De positie van de faderregelaar "FAD" is niet
ingesteld op een systeem met 2 luidsprekers.
• Niet-ondersteunde indeling (zoals DTS).
t Controleer of de indeling wordt ondersteund door
dit apparaat (pagina 7).
Het geluid bevat ruis.
Houd de kabels bij elkaar uit de buurt.