NL
Afb
7
In gebruik nemen
Waarschuwing! Voordat u het ap-
paraat in gebruik neemt, moet u
controleren of deze klaar is voor
gebruik. Start het apparaat niet
als u ook maar de geringste twij-
fel hebt!
Let vooral op de volgende punten:
•
Controleer het maaigereedschap op
beschadigingen en slijtage.
•
De maaikop moet juist zijn gemonteerd
•
Alle schakelaars moeten licht gaan
•
Zorg dat de handgrepen altijd schoon
zijn, zodat het apparaat veilig kan wor-
den gehanteerd.
•
Alle veiligheidsinrichtingen moeten vol-
gens de voorschriften zijn ingebouwd
en geplaatst voordat het apparaat kan
worden gestart.
De maaikop moet vrij kunnen lopen.
Controleer voordat u het apparaat start of
de maaikop goed zit en of beweegbare de-
len vrij lopen.
56
IB_AS_4026_Lion_B-39531_0216_TS.indb 56
Waarschuwing! Laat u helpen
door een vakman of een geauto-
riseerd servicecenter als u ook
maar de geringste twijfel hebt.
Draagriem aandoen
Draag de schouderband altijd
als u met het apparaat werkt.
Schakel het apparaat altijd uit
voordat u de schouderband los-
maakt. Dit in verband met kans
op ongelukken.
1. Doe de draagriem (10) aan.
2. Stel de riem zodanig in, dat hij strak zit.
3. Stel de riemlengte zodanig in, dat de
karabijnhaak zich ongeveer 10 cm onder
de heup bevindt.
4. Bevestig de karabijnhaak aan de draad-
houder aan de schachtbuis van het ap-
paraat.
Bediening
Werkwijze
•
Let bij het maaien op landspecifieke
c.q. gemeentelijke voorschriften.
•
Maai niet tijdens de algemeen gelden-
de rusttijden.
•
Verwijder vaste voorwerpen zoals
stenen, metaal en dergelijke. Deze
kunnen worden weggeslingerd, wat
kan resulteren in schade of letsel.
•
Bij het maaien in hoog struikgewas of
hekken moet de werkhoogte minimaal
15 cm bedragen. Dan worden dieren
zoals egels niet geraakt.
Werk veilig en doordacht!
•
Houd het apparaat telkens stevig vast
met beide handen (zie afbeelding 8)!
•
Maai uitsluitend gras en onkruid! Let
op wortels of boomstronken, hierover
kunt u struikelen.
24.02.16 08:12