Stoomstanden
Bij de stoomfunctie kunt u kiezen uit verschillende
intensiteiten. De stoomstanden kunnen worden
gekozen via het touch-veld ". De gekozen stoomstand
is te zien op het display.
Stand Intensi-
Gebruik
teit
1
laag
Voor het ontdooien van
groente, vlees, vis en
fruit.
2
gemid-
Voor het klaarmaken
deld
van desserts, vis en
worstjes.
3
sterk
Voor het bereiden van
groente, vis, bijgerech-
ten, voor het uitpersen
van fruit en om te blan-
cheren.
Magnetron
U kunt m.b.v. diverse standen verschillende
magnetronvermogens gebruiken, geschikt voor
uiteenlopende soorten gerechten en manieren van
bereiden. De magnetronstanden komen niet altijd
overeen met het precieze aantal watt dat door het
apparaat wordt gebruikt.
De volgende magnetronstanden zijn beschikbaar.
Magnetronstand
90
180
360
600
1000
--------
U kunt de magnetronfunctie alleen of in combinatie met
alle verwamingsmethoden en de stoomfunctie
gebruiken.
Uitzonderingen:
! Magnetronstand 1000 watt
< Hete lucht 40°C
Hier leest u hoe u de magnetron kunt combineren met
de verwarmingsmethoden en de stoomfunctie:
~ "Magnetron-combi instellen" op pagina 160
Displayweergave
maximale tijdsduur
1 uur 30 minuten
1 uur 30 minuten
1 uur 30 minuten
1 uur 30 minuten
30 minuten
Het apparaat leren kennen
Binnenruimte
Verschillende functies voor de binnenruimte
vergemakkelijken het gebruik van uw apparaat. Zo
wordt bijv. de binnenruimte volledig verlicht en een
koelventilator beschermt het apparaat tegen
oververhitting.
Apparaatdeur openen
Wanneer u tijdens het gebruik de apparaatdeur opent,
wordt de werking stopgezet. Deuren sluiten en op het
veld start l stop tippen, om de werking voort te zetten.
Verlichting van de binnenruimte
De verlichting van de binnenruimte is tijdens het
gebruik altijd aan. Wanneer de werking beëindigd
wordt, gaat de verlichting uit.
De verlichting van de binnenruimte gaat aan wanneer u
de apparaatdeur opent. Dit helpt u bijv. bij de reiniging
van uw apparaat. Na ca. 15 minuten gaat de verlichting
van de binnenruimte automatisch weer uit.
Koelventilator
Uw apparaat heeft een koelventilator. De koelventilator
wordt bij het gebruik ingeschakeld. De warme lucht
ontsnapt via de deur.
Na gebruik loopt de koelventilator een bepaalde tijd na.
Attentie!
De ventilatiesleuven niet afdekken. Dan raakt het
apparaat oververhit.
Aanwijzingen
Bij gebruik van de magnetronfunctie blijft het
■
apparaat koud. De koelventilator wordt echter toch
ingeschakeld. Hij kan verder lopen, ook wanneer de
magnetronfunctie al beëindigd is.
Bij het deurraam, de binnenwanden en op de bodem
■
kan condenswater ontstaan. Dit is normaal, de
werking van het apparaat wordt hierdoor niet
gehinderd. Verwijder het condenswater na de
bereiding.
nl
153