Beschermkap
Het verstelbereik van de beschermkap
wordt bepaald door een aanslagbout.
Nooit de beschermkap over de
aanslagbout drukken.
Beschermkap correct instellen voor de
doorslijpschijf: materiaaldeeltjes
afbuigen van de gebruiker en het
apparaat.
Traject van de weggeslepen
materiaaldeeltjes in acht nemen.
Tijdens de werkzaamheden
Bij dreigend gevaar, resp. in geval van
nood direct de motor afzetten –
stopschakelaar in stand STOP, resp. 0
plaatsen.
Op een correct stationair toerental
letten, zodat de doorslijpschijf na het
loslaten van de gashendel niet meer
wordt aangedreven en tot stilstand komt.
Regelmatig het stationair toerental
controleren. Als de doorslijpschijf bij
stationair toerental meedraait, het
stationair toerental door een
geautoriseerde dealer laten afstellen.
Het werkgebied ontruimen - houd
rekening met hindernissen, gaten en
putten.
TS 480i, TS 500i
Let op bij gladheid, regen, sneeuw, op
hellingen, in oneffen terrein enz. – kans
op uitglijden!
Niet op een ladder werken – niet op een
onstabiele ondergrond – niet boven
schouderhoogte – niet met één hand –
kans op ongelukken!
Altijd voor een stabiele en veilige
houding zorgen.
Niet alleen werken - altijd andere
personen op roepafstand houden, zodat
die in geval van nood hulp kunnen
bieden.
Geen andere personen toelaten in het
werkgebied - voldoende afstand ten
opzichte van andere personen
aanhouden, als bescherming tegen
lawaai en wegslingerende deeltjes.
Bij gebruik van gehoorbeschermers
moet extra omzichtig en bedachtzaam
worden gewerkt – omdat geluiden die op
gevaar wijzen (schreeuwen,
alarmsignalen e.d.) minder goed
hoorbaar zijn.
Op tijd rustpauzes nemen.
Rustig en met overleg werken – alleen
bij voldoende licht en goed zicht.
Voorzichtig werken, anderen niet in
gevaar brengen.
Het motorapparaat pro -
duceert giftige
uitlaatgassen, zodra de
motor draait. Deze gas -
sen kunnen geurloos en
onzichtbaar zijn en
onverbrande koolwater -
stoffen en benzol
bevatten. Nooit in afge -
sloten of slecht
geventileerde ruimtes
met het motorapparaat
werken – ook niet met
machines voorzien van
katalysator.
Bij het werken in greppels, slenken of
vergelijkbare plaatsen met weinig
ruimte, steeds voor voldoende
luchtventilatie zorgen – levensgevaar
door vergiftiging!
Bij misselijkheid, hoofdpijn,
gezichtsstoornissen (bijv. kleiner
wordend blikveld), gehoorverlies,
duizeligheid, afnemende concentratie,
de werkzaamheden direct onderbreken
– deze symptomen kunnen onder
andere worden veroorzaakt door een te
hoge uitlaatgasconcentratie – kans op
ongelukken!
Niet roken tijdens het gebruik en in de
directe omgeving van het
motorapparaat – brandgevaar!
Als het motorapparaat niet volgens
voorschrift (bijv. door geweld van
buitenaf, door stoten of vallen) werd
uitgeschakeld, voor het opnieuw in
gebruik nemen beslist controleren of dit
in goede staat verkeert – zie ook "Voor
het starten". Vooral op lekkage van het
brandstofsysteem en de goede werking
van de veiligheidsinrichtingen letten.
Motorapparaten die niet meer
Nederlands
7