mobiele installaties die in de handel te
koop zijn, zijn in de afzuigafsluiting (53)
aan de achterzijde van het toestel twee
bypassboringen voorzien.
Bij krachtiger afzuiginstallaties kunt u
deze openingen afsluiten met twee
afsluitstoppen (54), die samen met het
toestel werden geleverd. Zorg hierbij dat
de vereiste luchtsnelheid van 20 m/s in
acht genomen wordt.
53
54
7.1
Netaansluiting
B
Gevaar! Elektrische spanning
Gebruik het apparaat uitsluitend
in een droge omgeving.
Het apparaat mag uitsluitend wor-
den aangesloten op een stopcon-
tact dat aan de hierna volgende
voorwaarden voldoet (zie ook
"Technische gegevens"):
netspanning
en
moeten overeenstemmen met
de waarden op het typeplaatje
van het apparaat;
de stroomkring dient vakkun-
dig beveiligd te worden met
een differentieelschakelaar die
aanslaat bij een lekstroom van
30 mA;
de
stopcontacten
reglementair geïnstalleerd zijn
en een goedgekeurde aarding
hebben.
Het snoer moet zo gelegd worden
dat het zaagwerkzaamheden niet
bemoeilijkt worden, en dat het
snoer niet beschadigd kan wor-
den.
Het snoer moet beschermd wor-
den tegen hitte en bijtende schei-
kundige vloeistoffen, en zorg dat
het snoer niet beschadigd kan
worden door scherpe voorwer-
pen.
Als verlengsnoer mag uitsluitend
gebruik gemaakt worden van een
rubberen snoer met voldoende
doorsnede (3 x 1,5 mm
Trek de stekker niet aan het snoer
uit het stopcontact.
8. Bediening
A
Gevaar!
Dit toestel mag slechts door één
persoon tegelijk worden bediend.
Andere personen mogen uitslui-
tend werkstukken aanreiken of
afnemen, en moeten op een
afstand van het toestel blijven
staan.
Controleer of alles goed functio-
neert alvorens met de zaagwerk-
zaamheden te beginnen:
netsnoer en netstekker;
hoofdschakelaar;
spouwmes;
beschermkap;
duwhout.
Zorg ervoor dat u zichzelf ook
beschermt:
draag een stofmasker;
draag oordoppen;
draag een veiligheidsbril.
Let steeds op een juiste houding
en plaats tijdens het zagen:
neem plaats aan de voorkant
van de afkortzaag;
frontaal op het apparaat;
links
zaagsel (van het draaivlak van
-frequentie
het zaagblad);
Bij bediening met twee perso-
nen moet de tweede persoon
aan het tafelverlengstuk staan.
Naargelang het soort werk dat u
verricht, gebruikt u:
tafelverlengstukken
soire) – wanneer werkstukken
na het doorzagen van de zaag-
moeten
tafel zouden vallen;
schuifslede (accessoire);
klemmechanisme – bij werk-
stukken die niet vast op de
draaitafel
beeld rond materiaal;
schaafselafzuigsysteem.
Vermijd frequente bedieningsfou-
ten:
Probeer het zaagblad nooit af
te remmen door er van opzij
(met een voorwerp) tegenaan
te drukken. Er bestaat terug-
slaggevaar.
Druk het werkstuk tijdens het
zagen steeds op de tafel en
plaats het nooit op zijn smalle
kant. Er bestaat terugslagge-
2
).
vaar.
Zaag nooit verschillende stuk-
ken – ook geen bundels met
verschillende aparte stukken –
tegelijk. Er is gevaar voor
lichamelijk letsel als aparte
stukken zonder steun door het
zaagblad worden gegrepen.
van
het
opstuivende
(acces-
liggen
–
bijvoor-
NEDERLANDS
Bij gebruik als trekzaagma-
chine controleert u bij stil-
staand zaagblad of het werk-
stuk volledig doorgezaagd kan
worden zonder in het gelei-
dingsprofiel te grijpen, alvo-
rens de zaagsnede te maken.
Houd er rekening mee dat de
stabiliteit van het toestel lager
is bij zijdelingse belasting, dan
bij belasting langs de voor-
zijde.
c
Klemgevaar!
Zaag nooit werkstukken die tou-
wen, snoeren, riemen of draden
hangen of dergelijke materialen
bevatten.
8.1
Gebruik als tafelzaagma-
chine
3
Tip:
Bij gebruik als tafelmodel wordt
het te zagen werkstuk naar achter
geschoven.
Deze manier van werken is het meest
geschikt voor:
zagen van kanthout,
lange sneden.
Uitgangspositie:
De draaitafel is vergrendeld onder
een hoek van 90° naar links;
De trekinrichting van het zaagblad
(onder de draaitafel) is in het mid-
den van de tafel geblokkeerd;
De hellingshoek van het zaagblad
ten opzichte van het tafeloppervlak
is ingesteld;
De snijhoogte is ingesteld – de
afstand tussen afdekkap en werk-
stuk moet ongeveer 10 mm bedra-
gen;
Monteer
eventueel
(geleidingsprofiel van de aanslag
parallel met de voorkant van de
zaag).
Uitvoering:
1.
Zet de zaag aan.
2.
Zaag het werkstuk in één beweging
door.
de
aanslag
47