nalen kunnen worden verdeeld). Gebruik zo nodig
adapters van cinch of 6,3 mm-jack naar XLR.
De aansluiting wordt bepaald door de gebruiksmo-
dus:
1 Als u een ingangssignaal over alle 10 uitgangen
wilt verdelen (modus MONO),
sluit dan de signaalbron aan op de ingang (13)
van kanaal 1 en de versterkers op de uitgan-
gen [(10) en (11)].
2 Als u twee ingangssignalen resp. een stereosig-
naal over telkens 5 uitgangen wilt verdelen
(modus STEREO),
a sluit dan de signaalbron 1 resp. het linker
kanaal van het stereo-apparaat aan op de
ingang (13) van kanaal 1 en de versterkers,
over welke het signaal moet worden verdeeld,
op de uitgangen (11) van kanaal 1;
b sluit dan de signaalbron 2 resp. het rechter
kanaal van het stereo-apparaat aan op de
ingang (12) van kanaal 2 en de versterkers,
over welke het signaal moet worden verdeeld,
op de uitgangen (10) van kanaal 2.
4.2 Voedingsspanning
1) Als het apparaat moet blijven werken bij een
stroomuitval, sluit dan op de schroefklemmen
DC POWER (9) een noodstroomeenheid van
24 V aan (b.v. PA-24ESP van MONACOR). Let
bij aansluiting in elk geval op de correcte polari-
teit. Om makkelijker te werken, kunt u de klem-
men van hun stekkerverbinding afnemen.
Aanwijzing: Het apparaat wordt in gebruik geno-
men, zodra het van de noodvoeding
stroom krijgt [POWER-LED (5) licht
op]. U kunt het apparaat dan met de
POWER-schakelaar (6) niet uitscha-
kelen; u kunt alleen tussen netvoed-
ing en noodvoeding wisselen.
deben repartirse). Si es necesario, utilice adaptado-
res RCA o jack 6,35 en XLR.
La conexión depende del modo de funcionamiento
retenido:
1. Si una señal de entrada debe repartirse en las
10 salidas (modo de funcionamiento MONO),
conecte la fuente de señal a la entrada (13) del
canal 1 y los amplificadores a las salidas [(10)
y (11)].
2. Si dos señales de entrada o una señal de en-
trada estéreo deben repartirse respectivamente
en 5 salidas (modo de funcionamiento STE-
REO):
a Conecte la fuente de señal 1 o el canal izquier-
do del aparato estéreo a la entrada (13) del ca-
nal 1 y los amplificadores en los cuales la señal
debe repartirse, a las salidas (11) del canal 1;
b Conecte la fuente de señal 2 o el canal dere-
cho del aparato estéreo a la entrada (12) del
canal 2 y los amplificadores en los cuales la
señal debe repartirse, a las salidas (10) del
canal 2.
4.2 Alimentacion
1) Si el aparato en caso de corte de corriente debe
seguir funcionando, conecte a los bornes DC
POWER (9) una unidad de alimentación de
socorro 24 V (p. ej. PA-24ESP de MONACOR).
Durante la conexión, respete imperativamente la
polaridad. Para una mejor manipulación, puede
sacar los bornes de sus sitios.
Consejo: el aparato empieza a funcionar en
cuanto está alimentado por la ali-
mentación de socorro [el testigo de
funcionamiento (5) brilla]. No se puede
apagar con el interruptor POWER (6),
solo puede conmutar entre alimenta-
ción de red y alimentación de socorro.
2) Verbind het bijgeleverde netsnoer met de
POWER-jack (7) en plug de stekker van de kabel
in een stopcontact (230 V~/50 Hz).
5 Bediening
1) Als er geen noodvoeding is aangesloten, scha-
kelt u het apparaat in met de POWER-schakelaar
(6). De POWER-LED (5) licht op.
Bij aansluiting van een noodstroomvoeding
licht de POWER-LED continu op, en het appa-
raat is steeds in werking. Met de POWER-scha-
kelaar kunt u dan alleen tussen netvoeding en
noodstroomvoeding schakelen. Voor de netvoed-
ing plaatst u de schakelaar in de stand I ("Aan")
(schakelaarstand zoals in figuur 1). Bij een
stroomonderbreking schakelt het apparaat auto-
matisch over op noodstroomvoeding.
2) Schakel de aangesloten apparatuur in, waarbij u
de apparaten op de uitgangen het laatst aansluit.
3) Selecteer de bedrijfsmodus:
Modus MONO
Als u het ingangssignaal van kanaal 1 naar
alle uitgangen [(10) en (11)] wilt sturen, druk
dan op de toets MODE (2).
Modus STEREO
Als u het ingangssignaal van kanaal 1 naar de
uitgangen van kanaal 1 (11) wilt sturen en het
ingangssignaal van kanaal 2 naar de uitgan-
gen van kanaal 2 (10), dan moet de toets
MODE (2) zijn uitgeschakeld.
4) De LED's PEAK (1), telkens voor kanaal 1 en
kanaal 2, dienen als oversturings-LED's voor de
ingangssignalen. Ze mogen helemaal niet resp.
alleen bij signaalpieken even oplichten. Indien
een LED permanent oplicht, dan moet het uit-
gangsniveau van de betreffende signaalbron
worden gereduceerd.
Deze gebruiksaanwijzing is auteursrechterlijk beschermd voor MONACOR
Co. KG. Reproductie voor eigen commerciële doeleinden – ook bij wijze van uitzondering – is niet toegestaan.
2) Conecte el cable de red entregado a la toma (7)
y la otra extremidad del cable a una toma de red
230 V~/50 Hz.
5 Utilización
1) Si no hay ninguna alimentación de socorro
conectada, encienda el aparato con el interruptor
POWER (6). El testigo de funcionamiento (5)
brilla.
Si una alimentación de socorro está conecta-
da, el testigo de funcionamiento brilla constante-
mente y el aparato está siempre en funciona-
miento. En este caso, puede únicamente con-
mutar entre alimentación de red y alimentación
de socorro con el interruptor POWER. Para el
modo red, ponga el interruptor POWER en la
posición I ("On") [posición interruptor como en el
esquema 1]. En caso de corte de corriente, el
aparato conmuta entonces automáticamente
sobre la alimentación de socorro.
2) Encienda los aparatos, los conectados a las sali-
das para lo último.
3) Seleccione el modo de funcionamiento:
Modo de funcionamiento MONO:
si la señal de entrada del canal 1 debe apli-
carse a todas las salidas [(10) y (11)], pulse la
tecla MODE (2).
Modo de funcionamiento STEREO:
si la señal de entrada del canal 1 debe apli-
carse a las salidas del canal 1 (11) y la señal
de entrada del canal 2 en las salidas del ca-
nal 2 (10), la tecla MODE (2) debe estar des-
activada.
4) Los LEDs PEAK (1), respectivamente para el
canal 1 y el canal 2, sirven de testigo de sobre-
carga para las señales de entrada. No deben de
brillar o brillar brevemente únicamente para los
Manual de instrucciones protegido por el copyright de MONACOR
Toda reproducción incluida parcial con fines comerciales está prohibida.
5) Met de regelaars LEVEL kunt u de niveaus voor
de uitgangen individueel instellen:
de 5 niveauregelaars CHANNEL 1 LEVEL (3)
voor de 5 uitgangen (11) van kanaal 1
de 5 niveauregelaars CHANNEL 2 LEVEL (4)
voor de 5 uitgangen (10) van kanaal 2
6) Om het apparaat uit te schakelen, zet u de
POWER-schakelaar in de stand "Uit" resp. kop-
pelt u bij een aangesloten noodvoeding ook de
noodstroomeenheid los.
6 Technische gegevens
2 lijningangen, mono: . . . 0,775 V/15 kΩ, XLR-
jacks, gebalanceerd
10 lijnuitgangen, mono: . . 0,775 V/600 Ω, XLR-
inbouwstekker, geba-
lanceerd
Frequentiebereik: . . . . . . . 20 – 20 000 Hz
THD: . . . . . . . . . . . . . . . . < 0,05 %
Signaal/Ruis-verhouding:
> 68 dB
Omgevingstemperatuur: . 0 – 40 °C
Voedingsspanning
Netvoeding: . . . . . . . . . 230 V~/50 Hz/10 VA
Noodstroomvoeding: . . 24 V /0,2 A
Afmetingen: . . . . . . . . . . . 482 x 45 x 235 mm,
1 rack-eenheid
Gewicht: . . . . . . . . . . . . . . 3,1 kg
Wijzigingen voorbehouden.
®
INTERNATIONAL GmbH &
picos de señal. Si un LED brilla en continuo, el
nivel de salida de la fuente de señal respectiva
debe disminuirse.
5) Con los potenciómetros LEVEL, los niveles para
las salidas puede regularse individualmente:
Los 5 reglajes de nivel CHANNEL 1 LEVEL (3)
para las 5 salidas (11) del canal 1.
Los 5 reglajes de nivel CHANNEL 2 LEVEL (4)
para las 5 salidas (10) del canal 2.
6) Para apagar el aparato, ponga el interruptor
POWER en la posición "OFF" o si una alimenta-
ción de socorro está conectada, desconecte tam-
bién la unidad de alimentación de socorro.
6 Características técnicas
2 entradas línea, mono: . . 0,775 V/15 kΩ, XLR
hembra, sim.
10 salidas línea, mono: . . 0,775 V/600 Ω, XLR
macho chasis, sim.
Banda pasante: . . . . . . . . 20 – 20 000 Hz
Tasa de distorsión: . . . . . . < 0,05 %
Relación señal/ruido: . . . > 68 dB
Temperatura func.: . . . . . . 0 – 40 °C
Alimentación
Funcionamiento de red: 230 V~/50 Hz/10 VA
Alimentación de socorro: 24 V /0,2 A
Dimensiones: . . . . . . . . . . 482 x 45 x 235 mm,
1 U
Peso: . . . . . . . . . . . . . . . . 3,1 kg
Nos reservamos el derecho de modificación.
®
INTERNATIONAL GmbH & Co. KG.
NL
B
E
9