GEBRUIK VAN HET APPARAAT
1ste IN WERKING STELLING
De onderdelen die in contact komen met de koffie (fig. A, fig. B, fig. C en fig. D) naar
behoren schoonmaken.
• Het deksel (24) verwijderen, de verwijderbare doseerinrichting (31) losmaken door op de
grendelhendel (30) te duwen, de bonenbak (2), de opvangbak van het maalsel (3)
verwijderen en schoonmaken met een standaard afwasmiddel.
IN WERKING STELLING:
OPGELET : de koffiemolen nooit leeg laten draaien, altijd koffie in de trechter doen, en de
afsluiter openen (6) (fig. G).
Montage en voorbereiding :
1. De opvangbak voor het maalsel (3) vastklippen op het voetstuk (4).
2. De doseerinrichting (31) op de molen plaatsen en ervoor zorgen dat hij
goed aansluit op de afvoer van de koffie (23) en dat hij goed vastgeklipt
is met de grendelpin (29).
3. Het deksel van de doseerinrichting (24) plaatsen.
4. De bonenbak (2) plaatsen op de stelmoer van de molenbak (5).
5. De gebrande koffiebonen in de bonenbak (2) doen en het deksel (1) op de
bonenbak plaatsen.
6. De afsluiter van de bonenbak (6) open zetten.
GEBRUIK :
1. Het apparaat onder spanning zetten door de schakelaar aan / uit (11) op stand 1 te
zetten (de motor start na 1,5 sec).
2. De koffiebonen worden dan gemalen door de molenstenen en het maalsel komt uit de
molenbak en valt in de doseerinrichting (31).
3. De filterhouder plaatsen onder de afvoer van de doseerinrichting (32) met behulp van de
steun van de filterhouder (22) (fig. B).
4. 1 of 2 keer trekken aan de doseerhendel (21) om 1 of 2 dosissen gemalen koffie te
distribueren.
5. De filterhouder aan het uiteinde van de steun van de filterhouder (22) plaatsen onder de
stamper (20) en de koffie aanstampen met de stamper door op de drukknop te drukken.
Opmerking : Een teller met 5 cijfers naast de doseerinrichting telt elke dosis.
De motor stopt automatisch na 3 sec zodra de doseerinrichting vol is. Hij start opnieuw na
1,5 sec, na enkele dosissen, wanneer het niveau van de gemalen koffie voldoende gezakt is.
Daardoor kan het apparaat onder spanning blijven in stand 1, altijd op voorwaarde dat de
trechter gevuld is met koffie.
MONTAGE EN DEMONTAGE VAN DE DOSEERINRICHTING :
Opmerking : Als de doseerinrichting (31) niet correct geplaatst en vergrendeld is op de
koffiemolen N° 60, zal deze niet starten. Als het deksel (24) met de detectieplaat (14) en de
magneet (19) niet correct geplaatst is en niet goed past op de doseerinrichting, zal de
koffiemolen N° 60 niet starten (fig. H).
98160 06/2006
47
www.santos.fr