•
- de temperatuur in het apparaat. Het
moet ten minste 25 °C hoger zijn dan de
kerntemperatuur van het voedsel.
•
- de kerntemperatuur van het voedsel.
Voor de beste kookresultaten:
• Ingrediënten moeten op
kamertemperatuur zijn.
• Niet gebruiken voor vloeibare gerechten.
• Tijdens het koken moet de naald van de
voedselsensor volledig in het gerecht
worden gestoken.
Het apparaat berekent een geschatte
bereidingseindtijd. Dit hangt af van de
voedselkwaliteit, de verwarmingsfunctie en
de temperatuur.
Koken met: Voedselsensor
WAARSCHUWING!
Er bestaat een risico op brandwonden als
de voedselsensor en de inschuifrails heet
worden. Raak de handgreep van de
voedselsensor niet met blote handen
aan. Gebruik altijd ovenhandschoenen.
1. Het apparaat inschakelen.
2. Selecteer de verwarmfunctie en, indien
nodig, de oventemperatuur.
3. Plaats voedselsensor in de schaal:
Vlees, gevogelte en vis
Steek de hele naald van de
voedselsensor in het midden van het
vlees of de vis op het dikste gedeelte.
Stoofschotel
Plaats de punt van de voedselsensor
precies in het midden van de
ovenschotel. De voedselsensor moet
tijdens het bakken op één plaats worden
gestabiliseerd. Gebruik een solide
18
NEDERLANDS
ingrediënt om dit voor elkaar te krijgen.
Gebruik de rand van de bakplaat om het
siliconen handvat van de voedselsensor
te ondersteunen. De punt van de
voedselsensor mag de bodem van de
bakplaat niet raken.
4. Steek de voedselsensor in het
stopcontact in het apparaat. Zie
'Beschrijving van het product'.
Het display toont de huidige temperatuur van
de voedselsensor.
5.
- druk om de kerntemperatuur van de
sensor in te stellen.
6.
- druk om de voorkeursoptie in te
stellen:
• Geluidsalarm - wanneer voedsel de
kerntemperatuur bereikt, klinkt het
signaal.
• Geluidsalarm en stop met koken -
wanneer voedsel de kerntemperatuur
bereikt, klinkt het signaal en stopt de
oven.
7. Selecteer de optie en druk herhaaldelijk
op
om naar het hoofdscherm te gaan.
8. Druk op
Als het voedsel de ingestelde temperatuur
bereikt, klinkt er een geluidssignaal.
Controleer of het voedsel klaar is. Verleng de
bereidingstijd indien nodig.
9. Haal de stekker van de voedselsensor uit
het stopcontact en haal het gerecht uit
het apparaat.
9.3 Stoompan voor stoomkoken
De stoompan wordt niet bij het apparaat
geleverd. Neem voor meer informatie
contact op met uw plaatselijke
leverancier.
Stoomset bestaat uit:
A. Injector - voor direct stoomkoken,
.