6.2 Notities over: Warmelucht
(vochtig)
Deze functie wordt gebruikt om te voldoen
aan de energie-efficiëntieklasse en
ecodesign-vereisten (volgens EU 65/2014 en
EU 66/2014). Testen in overeenstemming
met: IEC/EN 60350-1.
De ovendeur dient tijdens de bereiding
gesloten te zijn zodat de functie niet wordt
onderbroken en de oven werkt op de hoogst
mogelijke energie-efficiëntie.
Bij gebruik van deze functie gaat de
verlichting na 30 seconden automatisch uit.
Zie voor bereidingsinstructies het hoofdstuk
'Aanwijzingen en tips', Warmelucht (vochtig).
Kijk voor algemene aanbevelingen voor
energiebesparing in het hoofdstuk 'Energie-
efficiëntie', Energiebesparingstips.
6.3 Instellen: Verwarmingsfuncties
1. Draai aan de knop van de
verwarmingsfuncties om een
verwarmingsfunctie te selecteren.
2. Draai aan de regelknop om de
temperatuur in te stellen.
Snel opwarmen - houd ingedrukt om de
verwarmingstijd te verkorten. Het is alleen
beschikbaar voor een aantal
verwarmingsfuncties. De ventilator kan
automatisch worden ingeschakeld.
6.4 Invoeren: Menu
Open het menu om toegang te krijgen tot de
kookassistentiegerechten en -instellingen.
1. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties om
Op het display verschijnt
Gerecht
P1
Biefstuk, rauw
P2
Biefstuk: medium
P3
Biefstuk, gaar
.
,
,
.
Gewicht
1 - 1.5 kg; 4 - 5 cm
Bak het vlees een paar minuten in een hete pan. Plaats
dikke stukken
in het apparaat.
2. Draai aan de bedieningsknop en
selecteer het pictogram om het submenu
te openen. Druk op
6.5 Instellen: Kook- En Bakassistent
Kook- En Bakassistent submenu bestaat uit
programma's die zijn ontworpen voor speciale
gerechten. Programma's beginnen met een
geschikte instelling. U kunt de tijd en de
temperatuur tijdens het koken aanpassen.
1. Draai aan de knop voor de
verwarmingsfuncties
2. Draai aan de bedieningsknop om te
selecteren
. En druk op
3. Draai aan de regelknop om een gerecht
te selecteren (P1 - P...). Druk op
4. Plaats het voedsel in het apparaat. Druk
op
.
5. Als de functie is afgelopen, controleert u
of het voedsel klaar is. Verleng de
bereidingstijd indien nodig.
Submenu: Kook- En Bakassistent
Legenda
De voedselsensor moet worden aangesloten
om de functie te kunnen gebruiken. Raad‐
pleeg het hoofdstuk 'De accessoires gebrui‐
ken'.
Verwarm het apparaat voor voordat je begint
met koken.
Lagerniveau. Zie het hoofdstuk 'Productbe‐
schrijving'.
Het display toont P en een nummer van het
gerecht dat u in de tabel kunt controleren.
Schapniveau/accessoire
2; bakplaat
.
.
.
.
NEDERLANDS
11