!
Aandachtspunten
a) het autostoeltje moet met de rugleuning worden geïnstalleerd.
Het is niet goedgekeurd voor gebruik zonder de rugleuning.
(Fig. 9)
b) De autostoel moet zijn uitgerust met een vaste of oprolbare
driepuntsgordel, die goedgekeurd is volgens UN/ECE 16 of
andere gelijkwaardige standaarden (Fig. 10).
c) Installeer het autostoeltje nooit met de tweepuntsgordel van
de auto (Fig. 11).
d) Zorg ervoor dat het deel van de autogordel dat over de buik
loopt, goed op het bekken van het kind rust.
e) Bij gebruik in voertuigen die op de achterbank zijn uitgerust
met veiligheidsgordels met ingebouwde airbags (opblaasba-
re gordels), kan het contact tussen het opblaasbare gedeelte
van de voertuiggordel het kinderzitje leiden tot ernstig letsel
of de dood. volg de gebruikshandleiding van de fabrikant van
de auto bij gebruik van het autostoeltje in voertuigen die zijn
uitgerust met veiligheidsgordels achterin met geïntegreerde
airbags (opblaasbare gordels).
f ) Het autostoeltje kan voorin op de passagiersstoel worden
aangebracht of op één van de achterzittingen, mits deze zijn
uitgerust met het Isofix-systeem. Gebruik dit autostoeltje nooit
op zittingen die zijdelings staan of tegen de rijrichting in (Fig.
12).
g) Controleer of de gesp van de driepuntsgordel van de auto niet
te hoog zit. Probeer het autostoeltje anders op een andere zit-
plaats van de auto te installeren.
2. Installatie met de driepuntsgordels van de auto (zie afbeel-
ding 16-24)
!
Aandachtspunten
a) het autostoeltje moet met de rugleuning worden geïnstalleerd.
Het is niet goedgekeurd voor gebruik zonder de rugleuning.
(Fig. 9)
b) De autostoel moet zijn uitgerust met een vaste of oprolbare
driepuntsgordel, die goedgekeurd is volgens UN/ECE 16 of
andere gelijkwaardige standaarden (Fig. 10).
c) Installeer het autostoeltje nooit met de tweepuntsgordel van
de auto (Fig. 11).
d) Zorg ervoor dat het deel van de autogordel dat over de buik
loopt, goed op het bekken van het kind rust.
e) Bij gebruik in voertuigen die op de achterbank zijn uitgerust
met veiligheidsgordels met ingebouwde airbags (opblaasba-
re gordels), kan het contact tussen het opblaasbare gedeelte
van de voertuiggordel het kinderzitje leiden tot ernstig letsel
of de dood. volg de gebruikshandleiding van de fabrikant van
de auto bij gebruik van het autostoeltje in voertuigen die zijn
uitgerust met veiligheidsgordels achterin met geïntegreerde
airbags (opblaasbare gordels).
f ) Het autostoeltje kan voorin op de passagierszitplaats worden aan-
gebracht, of op één van de achterzittingen. Gebruik dit autostoel-
tje nooit op zittingen die zijdelings staan of tegen de rijrichting
in (Fig. 12).
g) Controleer of de gesp van de driepuntsgordel van de auto niet
te hoog zit. Probeer het autostoeltje anders op een andere zit-
plaats van de auto te installeren.
De hoes reinigen
De hoes van het autostoeltje is volledig afneembaar en kan met de hand
of in de wasmachine op 30°C. Volg bij het wassen de instructies op het
69