[4] De testresultaten van de
controlevloeistof bekijken: Het resultaat
verschijnt op het scherm en als het geluid is
ingeschakeld, piept uw meter eenmaal. Het
woord 'control' verschijnt ook op het scherm.
Vergelijk het resultaat van uw test met
de controlevloeistof met het bereik dat is
afgedrukt op het etiket van de flacon met
de Presto-teststrips voor het niveau van de
controlevloeistof (normaal of hoog) die u hebt
gebruikt. Het resultaat van uw controlevloeistof
dient binnen dit bereik te vallen. Het
testresultaat van de controlevloeistof
wordt opgeslagen in het geheugen.
Om de meter uit te schakelen, haalt u de
gebruikte Presto-teststrip uit de meter.
Gooi de gebruikte materialen op de
juiste manier weg. Als de testresultaten
met de controlevloeistof buiten het
bereik vallen, herhaalt u de test. Als de
testresultaten buiten het bereik blijven
vallen, mag u het Presto-systeem niet gebruiken om uw
bloedglucose te testen. Neem contact op met de klantenservice.
BELANGRIJK: Resultaten die buiten het bereik vallen,
kunnen veroorzaakt worden door:
[1] Verlopen of defecte controlevloeistof.
[2] Verlopen of defecte teststrip.
20
Normaal: 4,4-6,7 mmol/L
Hoog: 12,2-17,8 mmol/L
ALLEEN ALS
VOORBEELD. Zie het
label op de fl acon met
teststrips voor het
overeenkomstige bereik.
[3] Fout bij het uitvoeren van de test.
[4] Verdunde controlevloeistof.
[5] Defecte meter.
[6] De test met de controlevloeistof is uitgevoerd buiten het
werktemperatuurbereik van het systeem van 10 °C tot 40 °C.
[7] De controlevloeistof is niet krachtig genoeg geschud
voor het gebruik.
[8] De eerste druppel controlevloeistof is niet verwijderd
en de punt van de fl es is niet gereinigd.
LET OP: De resultaten van de tests met de controlevloeistof
geven niet de waarden van uw bloedglucose weer. Het
bereik van de controlevloeistof is een doelbereik dat alleen
voor de controlevloeistof is bedoeld. Het is geen doelbereik
voor de waarden van uw bloedglucose.
7
Hoe u uw bloedglucosewaarden
moet testen
LET OP: Voor nauwkeurige resultaten moet u vóór elke test
eerst uw handen wassen met water en zeep. Droog ze daarna
goed af. Zorg dat er zich geen vet, crème of lotion op de
testlocatie bevindt. Gebruik lancetten altijd maar één keer.
Gebruik nooit een lancet dat door iemand anders is
gebruikt. Ongewassen handen kunnen een onnauwkeurig
resultaat opleveren.
21