Publicité
2. CENTRALE REGELAAR TA 210 E
in te bouwen in ketels CERASTAR
B ELANGRIJKE OPMERKING :
DE TA 210 E MAG NIET GEBRUIKT WORDEN BIJ
VLOERVERWARMING.
G
EBRUIK HIERVOOR ALLEEN DE TA 210 A.
2 .1 TECHNISCHE GEGEVENS
Regelbereik vertrektemperatuur
Meetbereik buitenvoeler
Toegelaten omgevingstemperatuur voor de
buitenvoeler
Beschermingsklasse
W
eerstandswaarden :
vertrekvoeler (ingebouwd in de gaswandketel)
sonde de départ (incorporée dans la chaudière murale)
vertrektemperatuur in °C
températ. de départ en °C
20
26
32
38
44
50
56
62
68
74
80
86
2.2 MONTAGE
2 .2.1 MONTAGE VAN DE BUITENVOELER AF
De buitenvoeler moet op de buitenmuur gemonteerd
worden. Het meest geschikt zijn de noord- en oostzijde
van het huis. Men dient directe zonnestraling te vermij-
den. Monteer de voeler zoals aangeduid in de fig. 17 of
18.
fig. 16 buitenvoeler / sonde extérieure fig. 17
g
= beschermkap/couvercle protecteur
i
= voeler/sonde
h
= aansluitklemmen/bornes
10
+ 10°C -> + 90°C
- 20°C -> + 30°C
- 30°C -> + 50°C
weerstand in Ohm *
résistance en Ohm *
14772
11500
9043
7174
5730
4608
3723
3032
2488
2053
1704
1421
bewoonde hoogte door de voeler
H
te controleren
hauteur habitée à contrôler par la
sonde
aanbevolen montageplaats
endroit de montage recommandé
minder gunstige montageplaats
endroit de montage moins favorable
2. COMMANDE CENTRALE TA 210 E
à encastrer dans chaudières CERASTAR
R EMARQUE IMPORTANTE
LE TA 210 E NE PEUT PAS ETRE UTILISE AVEC
CHAUFFAGE PAR LE SOL.
UTILISEZ UNIQUEMENT LE TA 210 A.
2.1 DONNEES TECHNIQUES
Plage de régulation température de départ
Plage de mesure sonde extérieure
Température d'environnement admise pour
la sonde extérieure-
III
Classe de protection
Valeurs de résistance :
sonde extérieure AF
vertrektemperatuur in °C
températ. de départ en °C
- 20
- 16
- 12
- 8
- 4
+ 0
+ 4
+ 8
+ 12
+ 16
+ 20
+ 24
2.2 MONTAGE
2 .2.1 MONTAGE DE LA SONDE EXTERIEURE AF
La sonde extérieure doit être montée sur le mur extérieur.
Les expositions idéales sont les murs extérieurs nord ou
est. Les influences directes des rayons solaires sont à
éviter. Montez la sonde comme indiqué dans fig. 17 ou
18.
fig. 18
Y,H
buitenvoeler AF
weerstand in Ohm *
résistance en Ohm *
2392
2088
1811
1562
1342
1149
984
842
720
616
528
454
bewoond oppervlak door de
voeler te controleren
surface habitée à contrôler
par la sonde
aanbevolen montageplaats
endroit de montage recommandé
minder gunstige montageplaats
endroit de montage moins
favorable
Publicité
