5 Uw apparaat leren ken-
nen
5.1 Apparaat
Hier vindt u een overzicht van de on-
derdelen van uw apparaat.
→ Fig.
2
1
Chopper-/molenmeshouder
2
Chopper-/molenopzetstuk
3
Basisapparaat
4
Draaischakelaar
5
Programmaknoppen met leds
6
Schaalverdeling
7
Vergrendelingsindicatie voor
deksel
8
Statusindicatie (led)
9
Gietopening
10
Maatbeker
11
Deksel met vulopening
12
Mixkom
13
EasyKlick mesinzetstuk
14
Bevestigingsbeugel
15
Snoeropbergvak
16
To-Go-Mesinzetstuk
17
To-Go-Mengbeker
18
Deksel met afdichting en af-
sluitbare drinkopening
19
Afdichting
20
Stopper
1
Afhankelijk van de apparaatuitvoe-
ring
1
1
1
Uw apparaat leren kennen nl
5.2 Symbolen
Hier vindt u een overzicht van de
symbolen op uw apparaat.
Symbool Toelichting
Positiemarkeringen
Vergrendeling openen.
Vergrendeling sluiten.
Meshouder met maal-
mes en fijnmaakmes.
Het maalmes is stop en
het fijnmaakmes is
scherp.
5.3 Draaischakelaar
Met de draaischakelaar start en stopt
u de verwerking en kiest u de snel-
heid.
Sym-
Functie
bool
Verwerking stoppen.
Apparaat inschakelen.
Ingrediënten op een lage
snelheid verwerken.
Ingrediënten op de hoog-
ste snelheid verwerken.
Ingrediënten kort op de
hoogste snelheid verwer-
ken.
Tip: U kunt de snelheid traploos tus-
sen
en
instellen.
5.4 Programmaknoppen
Met de programmaknoppen start u
de programma's voor bepaalde toe-
passingen of de voorreiniging. Bij el-
ke programmaknop hoort een led,
welke de bedrijfstoestand weergeeft.
93