▪
Gebruik elektrisch gereedschap, accessoires, speciaal gereedschap en dergelijke meer in
overeenstemming met deze gebruiksaanwijzing en zoals het voor het type van apparaat is
voorgeschreven. Hou bovendien rekening met de werkomstandigheden en de uit te
voeren werkzaamheden. Het gebruik van elektrisch gereedschap voor andere doeleinden
dan de voorgeschreven, kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5.5
Service
▪
Laat uw apparaat uitsluitend door gekwalificeerde vaklui en met originele
reserveonderdelen herstellen. Zo bent u er zeker van dat het apparaat aan de
veiligheidseisen blijft voldoen.
6 AANVULLENDE VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN VOOR
CIRKELZAGEN
▪
Verzeker u ervan dat alle beweegbare beschermdelen niet klemmen.
▪
Zorg ervoor dat het zaagblad correct is afgeschermd. Houd in het bijzonder de volgende
voorschriften in acht:
− Zet de zaagbladbescherming nooit vast. Herstel een vastzittende zaagbladbescherming
voordat de machine opnieuw wordt gebruikt.
− Vervang een defecte spanveer voordat de machine opnieuw wordt gebruikt.
− Verwijder nooit de splijtwig. De afstand tussen tandkrans en splijtwig mag maximaal 5 mm
bedragen. Het verschil in hoogte tussen splijtwig en tandkrans mag maximaal 5 mm
bedragen.
▪
Gebruik geen zaagbladen van HSS-staal.
▪
Gebruik geen zaagbladen die verbogen, vervormd of op een andere wijze beschadigd zijn.
▪
Gebruik geen zaagbladen die niet voldoen aan de specificaties vermeld in deze
gebruiksaanwijzing.
▪
Verwijder voordat u begint te zagen alle spijkers en andere metalen voorwerpen uit het
werkstuk.
▪
Begin nooit te zagen voordat de machine op volle toeren draait.
▪
Klem het werkstuk stevig vast. Probeer nooit om uiterst kleine werkstukken te zagen.
▪
Leg de machine alleen weg nadat u de machine heeft uitgeschakeld en het zaagblad
volledig tot stilstand is gekomen.
▪
Probeer het zaagblad nooit door middel van tegendruk aan de zijkant af te remmen.
▪
Neem voordat u onderhoud aan de machine verricht altijd eerst de stekker uit het
stopcontact.
6.1
Functie van de onderste beschermkap
▪
Controleer voor gebruik altijd of de onderste beschermkap correct sluit. Gebruik de zaag
niet wanneer de onderste beschermkap niet vrij beweegbaar is en niet direct sluit. Klem of
bind de onderste beschermkap nooit in geopende stand vast. Wanneer de zaag per
ongeluk op de grond valt, kan de onderste beschermkap worden verbogen. Open de
beschermkap met de terugtrekhendel en zorg ervoor dat de kap zich vrij beweegt en bij
alle zaaghoeken en dieptes noch het zaagblad noch andere delen raakt.
▪
Controleer de functie van de veer voor de onderste beschermkap. Laat het apparaat voor
gebruik repareren wanneer de onderste beschermkap en de veer niet correct werken.
Door beschadigde onderdelen, kleverige afzettingen of ophopingen van spanen wordt de
werking van de onderste beschermkap vertraagd.
▪
Verzeker u ervan dat de zaagvoet niet verschuift tijdens het maken van een "invalsnede"
wanneer de instelling voor de afschuinhoek van het zaagblad geen 90° is. Een zaagblad
dat zijwaarts verschuift zal inklemming en waarschijnlijk terugslag veroorzaken.
▪
Leg de zaag niet op de werkbank of op de vloer zonder dat de onderste beschermkap het
zaagblad bedekt. Een onbeschermd, nalopend zaagblad beweegt de zaag tegen de
zaagrichting in en zaagt wat er op zijn pad komt. Let hierbij op de nadraaitijd van de zaag.
Copyright © 2022 VARO
POWX0520
P a g i n a
| 6
NL
www.varo.com