Viscount Prestige 50 Guide Rapide page 88

Viscount Prestige 50
4. VOLUMES sectie: de regelschuiven in deze sectie dienen om de verschillende geluidsvolumen
van het orgel als volgt in te stellen:
o [PEDAL]: geluidsvolume van het pedaal.
o [MAN. I]: geluidsvolume van het eerste manuaal
o [MAN. II]: geluidsvolume van het tweede manuaal
o [ORCH.]: geluidsvolume van de Orchestra stemmen
o [REVERB]: regelt het geluidsniveau van het nagalmeffect
o [GENERAL]: het totale geluidsvolume van het orgel.
5. Sequencer: deze sectie bevat de toetsen voor opnemen, afspelen en modificeren van muzikale
uitvoeringen waarbij gebruik wordt gemaakt van de multispoor-sequencer die in de Prestige is
ingebouwd. De elementaire functies van de sequencer worden in hoofdstuk 5 van deze 'Quick
Guide' beschreven, voor een volledige beschrijving van alle functies zij verwezen naar het
'Uitgebreide handleiding' op Internet.
Dit zijn de vier basistoetsen van de sequencer:
o [PLAY]: toets voor het afspelen (playback) van een eerder gemaakte MIDI opname
o [RECORD]: toets voor het starten van een opnamesessie
o [METRONOME]: wanneer deze toets kort wordt ingedrukt, wordt de audio metronoom
geactiveerd; wanneer deze toets wat langer wordt ingedrukt zal de videopagina voor de
metronoominstellingen worden opgeroepen
o [START-STOP]: start/stop van het opnemen of afspelen (playback) van de MIDI registratie.
6. Besturingstoetsen van de display: met deze toetsen kan de cursor worden bewogen (herkenbaar
aan een knipperend veldje in het display), waarden ingesteld, video pagina's geselecteerd en
systeemmeldingen geaccepteerd dan wel genegeerd.
o [VALUE]: roterende invoer van systeeminstellingen.
o CURSOR [ ], [ ], [ ], [ ]: ier toetsen om de cursor in de gewenste richting over het
display te bewegen. De [ ] en [ ] toetsen zijn daarbij voorzien van LED's, die, als zij
branden, ten opzichte van de huidige videopagina de aanwezigheid aangeven van een vorige
resp. volgende pagina. Na het indrukkende van de betreffende toets verschijnt de gewenste
pagina.
o [ENTER]: toets om de inhoud van een functie te tonen of om op een het scherm getoonde
melding te bevestigen.
o [EXIT]: toets om de huidige videopagina te verlaten of om een systeemmelding te negeren.
Nadat het instrument is ingeschakeld, wordt binnen enkele seconden de volgende videopagina
zichtbaar:
ENSEMBLE:2
TUNING:0
Op deze hoofdpagina worden de volgende parameters (instellingen) getoond:
o ENSEMBLE: deze instelparameter maakt het mogelijk om acht niveaus van natuurlijke
intonatie-verschillen tussen de pijpen onderling in te stellen.
Hierdoor worden stemmingsonvolkomenheden van de pijpen, die in de loop van de tijd door
temperatuurverschillen en veroudering worden veroorzaakt, gesimuleerd. De waarden variëren
van - (pijpen zijn perfect gestemd) tot 8 (maximale mate van onvolkomenheden in intonatie).
- Verkorte handleiding
TEMPERAMENT:Equal
86