Publicité
MONTAGESTAPPEN
Voor verdere montage instructies zie einde handleiding.
I
Montage veer:
1. Plaats het W1 (21) element tussen de eerste en tweede rol van de veer (V). Let op de juiste positionering van de beugel
(zie punt 5).
2. Plaats het W1 (20) element tussen de tweede en derde veerrol. Kantel een hoek W1 (20) element en plaats het in het
W1 (21) element. Duw het geheel totdat het geblokkeerd is. . Let op de juiste positionering van de beugel (zie punt 5).
3. Plaats het W2 (23) element tussen de eerste en tweede rol van de veer. Let op de juiste positionering van de beugel
(zie punt 5).
4. Assembleer vanaf de onderkant van veerelementen W1 (22) en W2 (24).
5. Voordat u doorgaat naar punt 6, controleert u of alle beugels correct zijn geplaatst. Markeringen op alle beugels moeten
zich aan de binnenkant van de veer bevinden, dit in de richting van het dichtstbij gelegen uiteinde van de veer. Ove-
reenkomstige tekening nr. 5 toont de juiste plaatsing van de beugel en voorbeelden van verkeerde positioneringen.
6. Monteer de veer met het anker (X) met behulp van hardware set nr. 17 (W3). Draai de moeren vast met de ratelsleutel.
7. Plaats het W1 (21) element tussen de eerste en tweede rol van de veer (V) (vanaf de bovenkant bekeken). Let op de
juiste positionering van de beugel (zie punt 11).
8. Plaats element W1 (20) tussen de tweede en derde winding van de veer (van bovenaan beginnen te tellen). Draai en
steek element W1 (20) in Element W1 (21). Druk vast zodat de elementen geblokkeerd zitten. Let op de juiste positio-
nering van de beugel (zie punt 11).
9. Plaats het W2 (22) element tussen de eerste en tweede rol van de veer (kijkend vanaf de bovenkant). Let op de juiste
positionering van de beugel (zie punt 11).
10. Monteer vanaf de bovenkant van veerelementen W1 (22) en W2 (24).
11. Voordat u doorgaat naar punt 12, controleert u of alle beugels correct zijn geplaatst. Markeringen op alle beugels
moeten zich aan de binnenkant van de veer bevinden, dit in de richting van het dichtstbij gelegen uiteinde van de veer.
Overeenkomstige tekening nr. 11 toont de juiste plaatsing van de beugel en voorbeelden van verkeerde positionerin-
gen.
12.
Bevestig de veer aan het wipframe (G) met behulp van de gereedschapset nr. 17 (W3).
ringsteeksleutel.
13. Herhaal alle montagestappen voor de tweede veer.
IIa Plaatsing veer en plat anker:
1. Zoek een geschikte locatie om het veerdier te plaatsen. Zie FIG II. Hou er rekening mee dat de betonnen ondergrond
na montage moet worden voorzien van een valdempende ondergrond. Het gebruik van rubberen tegels is hier aan te
raden.
2. Plaats het platte anker (X-a) horizontaal op een afstand van 1160 mm van elk (1157 mm van de ophangingen), en
markeer met behulp van een waterpas de gaten op de gewenste plaats.
3. Boor de 8 gaten 90 mm diep.
4. Verwijder resterend afval en stof uit de geboorde gaten.
5. Plaats de 8 slagankers (Y) door de betonverankering in de gaten.
6. Draai de moeren van de 8 slagankers (Y) aan met de ratelsleutel.
IIb Plaatsing veer en betonanker:
1. Zoek een geschikte locatie om het veerdier te plaatsen. Zie FIG II. Graaf geen gaten in losse grond of zand. De onder-
grond moet stabiel en stevig zijn om voldoende steun te bieden.
2. Graaf of boor twee gaten voor betonnen ankers (X-b). Gaten moeten zich 1405 mm van elkaar bevinden (gemeten
vanaf het midden van het gat). Het gat moet onderaan 700 mm breed zijn en 400 mm diep.
3. Maak de bodem van het gat vlak, en stamp aan met de voeten. Plaats de metalen verende (X-b) voetstukken recht
omhoog in het gat, op een afstand van 1160 mm van elkaar (1157 mm van de ophangingen). Hiervoor kan je best een
waterpas gebruiken. Je kan deze positie vastleggen door een zware steen op de onderste plaat te leggen.
4. Meng voldoende beton om het gat te vullen. Volg hiervoor de aanwijzingen van de fabrikant. Giet het beton in het gat.
Let erop de veer en de bovenkant van de bovenplaat vrij van beton te houden. Controleer de loodrechte stand van de
veer met een waterpas.
5. Laat het beton een nacht rusten alvorens naar stap 6 te gaan.
6. Bedek het zichtbare beton met grond zodat het grondniveau weer helemaal vlak is en voorzie de bodem van de juiste
ondergrond (zand, gras, houtsnippers,...).
III Montage van het veerspeeltuig:
1. Verwijder de twee vierkante en de twee ronde pluggen aan AA-zijde alsook de twee ronde pluggen aan BB-zijde (tussen
ophangingen (G)).
2. Monteer verbinding (T) aan het ophangframe (G) met behulp van hardware set nr. 13 (U1) en 14 (U2). Let op de cor-
recte montage van de verbinding. De AA-kant is voor de aanhangwagen, de BB-kant is voor de graafmachine.
3. Monteer de graafarm (C) op (met rechter ondersteuning en linker ondersteuning (I en J)) het ophangframe (G) met
behulp van hardware set nr. 3 (H3) en 6 (H6).
4. Monteer emmer (F) en handgreep (H2) met hardware set nr. 2 (H2) en 5 (H5).
5. Monteer de rechter en linker rupsen (A en B) op het ophangframe (G) met de voetsteun (D) ertussen. Gebruik hardwa-
re set nr. 1
(H1)
en 4 (H4).
6. Schroef de zitting (E) aan de ophanging (G). Gebruik hiervoor ijzerwarenset nr. 7 (H7).
7. Schroef de zitting (N) aan de ophanging (G). Gebruik hiervoor ijzerwarenset nr. 12 (S5).
8. Monteer zijpanelen (L) (M) op het ophangframe (G) met het voorpaneel (P) ertussen. Gebruik hardwareset nr. 10 (S3)
en 11 (S4).
9. Plaats voor- en achterwielen (R) (Q) met de voetsteun (O) ertussen (achterwielen). Gebruik hardware set nr. 8 (S1) en
9 (S2).
Opmerking: Voorzie de bodem onder het veerspeeltuig van de juiste ondergrond!
10
montagestappen
NL
p. 26 - 29
Draai de moeren aan met de
p. 30
p. 31
p. 32 - 35
Publicité
