1. Inleidende informatie
Een inbouwhaard kan niet het enige verwarmingsapparaat in het gebouw zijn.
AANDACHT: Om het risico op brand te voorkomen, moet de inbouwhaard met waterunit worden
geïnstalleerd in overeenstemming met de relevante bouwvoorschriften en technische aanbevelin-
gen in deze installatie- en gebruikshandleiding. Het installatieproject voor de haard moet worden
uitgevoerd door een gekwalificeerde specialist. Voordat het in gebruik wordt genomen, moet er
een technisch acceptatierapport worden opgesteld, waarin het advies van een schoorsteenveger
en een brandbeveiligingsspecialist moet zijn opgenomen.
Wij raden u aan deze handleiding zorgvuldig en in zijn geheel door te lezen, zodat u optimaal voordeel
en tevredenheid kunt behalen met de inbouwhaard met waterunit. De gebruiker van de inbouwhaard
is verantwoordelijk voor de gevolgen van het niet opvolgen van de instructies in de installatiehan-
dleiding.
De inbouwhaard met waterunit moet volgens deze gebruiksaanwijzing worden geïnstalleerd. Er moet
bijzondere aandacht worden besteed aan:
- installatie van inbouwelementen met waterunit in overeenstemming met het beoogde gebruik,
- het aansluiten van de inbouwhaard met een waterunit op het rookgaskanaal en op het schoorste-
enkanaal,
- zorgen voor de vereiste ventilatie van de kamer waarin de inzethaard met waterunit is geïnstalleerd,
- het aansluiten van de inbouwhaard met waterunit op de CV- en/of warmwaterinstallatie.
Gedetailleerde informatie over het installeren van inbouwhaarden met een waterunit vindt u in de
volgende hoofdstukken van de handleiding.
Eisen met betrekking tot de voorwaarden en regels voor het plaatsen van haarden zoals inbouwha-
arden
met een watercomplex vindt u terug in de normen die per land gelden, evenals in de nationale en
lokale regelgeving. De daarin opgenomen bepalingen moeten worden nageleefd.
In Polen zijn in dit verband de volgende rechtshandelingen van toepassing:
- Verordening van de minister van Infrastructuur van 12 april 2002, met betrekking tot de technische
voorwaarden waaraan gebouwen moeten voldoen en hun locatie, Journal of Laws U. nr. 75 van 15
juni 2002 Hoofdstuk 4.
- Standaard PN-91/B-02413 Verwarming en stadsverwarming. Beveiligen van open waterverwarming-
sinstallaties. Vereisten.
- Norm PN-EN 13229:2002 Inbouwhaarden, inclusief open haarden die vaste brandstoffen gebruiken.
Vereisten en tests:
- Norm PN-EN 13229:2002/A1:2005 Inbouwhaarden, inclusief open haarden voor vaste brandstoffen.
Vereisten en tests.
- Norm PN-EN 13229:2002/A2:2005 (U) Inbouwhaarden, inclusief open haarden die vaste brandstoffen
gebruiken.
Wij raden u aan om de eisen uit bovenstaande regelgeving strikt na te leven.
2. Doel van apparaten
Inbouwhaarden met een waterunit zijn ontworpen voor het verbranden van hardhout. Ze worden
gebruikt voor het verwarmen van appartementen en kamers waarin ze zijn geïnstalleerd. Ze kunnen
worden gebruikt als extra warmtebron. Ze kunnen ook werken met warmwaterboilers in een opslag-
tank of worden gebruikt als stroombron voor centrale verwarming.
De omkasting moet zo worden ontworpen dat de inbouwhaard met waterunit er niet permanent aan
vast zit, terwijl de mogelijkheid van montage en demontage behouden blijft zonder dat de ombouw
kapot of beschadigd hoeft te worden. Bovendien moet het toegang bieden tot de lucht die nodig is
voor verbranding en ventilatie door het gebruik van geschikte roosters en gemakkelijke toegang tot
de bediening van de uitlaatgasdemper of schoorsteentrekregelaar.
3. Beschrijving van apparaten
Figuur 1.Algemeen schema van de constructie van de Zuzia inbouwhaard met een verticale verwar-
NL
223