Verwarmingsstanden
De halogeen warmtestraler beschikt over drie ver-
warmingsstanden: 400W, 800W en 1200W.
De eerste verwarmingsstand (400W) wordt
bereikt bij het aanzetten van het toestel. Daarbij
wordt het middelste verwarmingselement
gebruik genomen (zie hoofdstuk Aan-/uitschakel-
en).
De tweede verwarmingsstand (800W) wordt
bereikt door het extra drukken op een van de
standenschakelaars (
Let op: De standenschakelaar
verwarmingselement
8
schakelt het bovenste verwarmingselement
De derde verwamingsstand (1200W) wordt
bereikt door het extra drukken van beide standen-
schakelaars (
&
2
3
Oscillatie
Zet de oscillatieschakelaar
functie te activeren. De warmtestraler beweegt
zich nu de ene naar de andere kant.
Om de oscillatie te deactiveren drukt u op de os-
cillatieschakelaar
1
Oververhittingsbescherming
Dit apparaat is uitgerust met een oververhittingsbe-
scherming. Als het apparaat te warm wordt, schakelt
het verwarmingselement (
Schakel het apparaat uit door de standenschakelaar
op „0" te zetten en de netstekker uit het stopcon-
4
tact te trekken. Moet u het apparaat uitschakelen en
contact opnemen met de service hotline (zie hoofdstuk
'Service').
7
of
).
2
3
schakelt het onderste
2
in. De standenschakelaar
in.
6
).
op „I" om deze
1
op „0".
-
) automatisch uit.
6
8
Bescherming tegen omvallen
Dit apparaat is uitgerust met een bescherming tegen
omvallen. Deze bevindt zich onderaan het toestel.
Wordt het toestel tijdens gebruik per ongeluk om-
gestoten of scheef neergezet, dan wordt het toestel
in
automatisch uitgeschakeld. Het toestel functioneert uits-
luitend in een rechtopstaande positie.
O nderhoud, reiniging en opslag
Trek steeds de stekker uit als het toestel niet in ge-
bruik is, voor elke reiniging of als er zich storingen
voordoen!
3
Reinig het toestel uitsluitend als het uitgeschakeld
en koud is.
Zorg ervoor dat er bij het schoonmaken geen
vocht in het toestel binnendringt om onher-stel-
bare beschadiging van het apparaat te voorkomen.
De behuizing uitsluitend schoonmaken met een
zachte en droge doek. Gebruik in geen geval
scherpe en/of krassende reinigingsmiddelen.
Verwijder stofafzettingen op het beschermende
rooster
met een stofzuiger.
5
Bewaar het apparaat in een droge omgeving.
NL/BE
49