C
Draai de twee knevelschroeven los
sis
. Plaats de basis
9
correct in de drie uitsparingen passen. Let op dat
hierbij de aansluitingsleiding
uitsparing
wordt geleid.
15
D
Bevestig de basis
leverde knevelschroeven
warmtestraler.
E
Leid de aansluitleiding
uitsparing
aan de basis
15
48
NL/BE
van de ba-
13
zo, dat de drie schroeven
9
door de onderste
12
met de twee meege-
9
aan de halogeen
13
door de kabelklem en de
12
.
9
Voor de inbedrijfstelling
Toestel opstellen
Voor een veilige en storingsvrije werking van het apparaat
moet de opstelplaats aan volgende voorwaarden voldoen:
– De ondergrond moet stabiel, vlak en horizontaal zijn.
– Er moeten minimumafstanden worden geres-
pecteerd tot de behuizing van 50 cm zijde-
lings, 50 cm naar boven, 50 cm naar achteren
en 50 cm naar voren.
– Plaats het toestel niet in een hete, natte of erg
vochtige omgeving of in de buurt van brand-
baar materiaal.
– Het stopcontact moet gemakkelijk toegankeli-
jk zijn, zodat het netsnoer
nood gemakkelijk kan worden uitgetrokken.
Let op: bij het eerste gebruik kan er kortstondig een
lichte geurvorming ontstaan.
Ingebruikname
Aan-/uitschakelen
Controleer of de drie standenschakelaars
en
op „0" staan. Sluit dan de verwarm-
3
4
ingsventilator aan op een geaarde, door een
FI-veiligheidsschakelaar beveiligd stopcontact.
Zorg ervoor dat het verwarmingstoestel vrij kan
draaien.
Schakel nu het toestel in door de aan-/uit-schake-
laar
op positie „I" te drukken. Om het toestel
4
uit te schakelen, drukt u de aan-schakelaar
positie „0".
Let op: Bij het aanzetten van het toestel wordt het mid-
delste verwarmingselement
er in geval van
12
2
op
4
ingeschakeld.
7
,